4.1 Balans per 31 december 2022
| (na resultaatbestemming) | ||||
| Ref. | 31-dec-22 | 31-dec-21 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| ACTIVA | ||||
| Vaste activa | ||||
| Materiële vaste activa | 1 | 55.487 | 53.255 | |
| Totaal vaste activa | 55.487 | 53.255 | ||
| Vlottende activa | ||||
| Voorraden | 2 | 36 | 39 | |
| Vorderingen | 3 | 4.337 | 2.837 | |
| Liquide middelen | 4 | 8.376 | 5.813 | |
| Totaal vlottende activa | 12.749 | 8.688 | ||
| Totaal activa | 68.236 | 61.943 | ||
| PASSIVA | ||||
| Eigen vermogen | 5 | |||
| Bestemmingsfonds | 20.831 | 19.645 | ||
| Overige reserve | 257 | 257 | ||
| Totaal eigen vermogen | 21.088 | 19.902 | ||
| Voorzieningen | 6 | 1.524 | 1.183 | |
| Langlopende schulden (nog voor meer dan 1 jaar) | 7 | 19.719 | 21.531 | |
| Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) | 8 | 25.905 | 19.327 | |
| Totaal passiva | 68.236 | 61.943 |
4.2 Resultatenrekening over 2022
| Ref. | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | ||||
| Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening | 9 | |||
| Wet langdurige zorg | 103.385 | 94.788 | ||
| Zorgverzekeringswet | 2 | 2 | ||
| Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de Wet langdurig zorg | 1.177 | 2.510 | ||
| Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 86 | 41 | ||
| Baten uit onderaanneming | 174 | 135 | ||
| Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening | 3.122 | 2.977 | ||
| Opbrengsten Jeugdwet | 10 | 33 | 300 | |
| Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten | 11 | 204 | 907 | |
| Netto omzet | 108.183 | 101.661 | ||
| Overige bedrijfsopbrengsten na netto-omzet | 12 | 872 | 445 | |
| Som der bedrijfsopbrengsten | 109.055 | 102.106 | ||
| BEDRIJFSLASTEN | ||||
| Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 13 | 10.520 | 10.234 | |
| Lonen en salarissen | 14 | 55.406 | 52.564 | |
| Sociale lasten | 9.422 | 8.826 | ||
| Pensioenlasten | 4.872 | 4.393 | ||
| Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa | 15 | 5.578 | 5.237 | |
| Overige bedrijfskosten | 16 | 21.504 | 18.647 | |
| Som der bedrijfslasten | 107.302 | 99.901 | ||
| Rentelasten en soortgelijke kosten | 17 | 567 | 742 | |
| RESULTAAT BOEKJAAR | 1.185 | 1.463 | ||
| Resultaatbestemming | ||||
| Bestemmingsfonds reserve aanvaardbare kosten | 1.185 | 1.463 | ||
| 1.185 | 1.463 |
4.3 Kasstroomoverzicht
| Ref. | 2022 | 2021 | ||||
| € 1.000 | € 1.000 | |||||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | ||||||
| Bedrijfsresultaat | 2.022 | 2.205 | ||||
| Aanpassingen voor: | ||||||
| - afschrijvingen en overige waardeverminderingen | 15 | 5.579 | 5.357 | |||
| - mutaties voorzieningen | 6 | 341 | -654 | |||
| - boekresultaten afstoting vaste activa | 13 | -269 | 0 | |||
| 5.650 | 4.702 | |||||
| Veranderingen in werkkapitaal: | ||||||
| - voorraden | 2 | 3 | -3 | |||
| - vorderingen | 3 | -1.528 | 246 | |||
| - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) | 8 | 7.581 | -579 | |||
| 6.056 | -336 | |||||
| Kasstroom uit bedrijfsoperaties | 13.728 | 6.573 | ||||
| Betaalde interest | 17 | -567 | -743 | |||
| Ontvangen interest | 17 | 0 | 1 | |||
| -567 | -742 | |||||
| Totaal kasstroom uit operationele activiteiten | 13.161 | 5.830 | ||||
| Investeringen materiële vaste activa | 1 | -7.827 | -5.045 | |||
| Desinvesteringen materiële vaste activa | 1 | 16 | 2 | |||
| Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten | -7.811 | -5.043 | ||||
| Nieuw opgenomen leningen | 7 | 0 | 0 | |||
| Aflossing langlopende schulden | 7 | -2.787 | -4.097 | |||
| Totaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -2.787 | -4.097 | ||||
| Mutatie geldmiddelen | 2.563 | -3.310 | ||||
| Recapitulatie | ||||||
| Stand geldmiddelen per 1 januari | 5.813 | 9.123 | ||||
| Stand geldmiddelen per 31 december | 8.376 | 5.813 | ||||
| Mutatie in het boekjaar | 2.563 | -3.310 |
4.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Algemeen
Algemene gegevens
Zorginstelling Vanboeijen is statutair en feitelijk gevestigd te Assen, op het adres Borgstee 11. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41186587. De belangrijkste activiteiten zijn het zorg en ondersteuning bieden aan mensen met een verstandelijke handicap.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2022, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2022.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de regeling openbare jaarverantwoording WMG (RojW). De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 BW2 -voor zover deze volgens deze regeling van toepassing zijn- en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de jaarverslaggeving. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Continuïteitsveronderstelling
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Stelselwijziging
De jaarrekening 2022 is opgesteld op basis van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. De regeling schrijft voor de balans en de winst- en verliesrekening modellen voor die afwijken van de modellen die in de jaarrekening 2021 zijn gehanteerd. De vergelijkende cijfers over 2021 zijn aangepast op basis van de nieuwe modellen. De aanpassingen hebben geen invloed op de omvang van het eigen vermogen ultimo 2021 en het resultaat over 2021. De volgende posten kennen door de wijziging een andere weergave dan voorheen: Vorderingen, Opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening, Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten, Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten. Zorgspecifieke posten zijn waar dit noodzakelijk wordt geacht vermeld in de toelichting.
Segmentering
In de jaarrekening is geen nadere segmentatie van de resultatenrekening opgemaakt aangezien Vanboeijen alleen in het segment gehandicaptenzorg actief is.
Verbonden partijen
Transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Van deze transacties wordt de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht toegelicht.
Stichting Vrienden van Vanboeijen is conform art 7 lid 1 Regeling openbare jaarverantwoording WMG niet geconsolideerd. Dit gezien Stichting Vanboeijen geen overheersende zeggenschap heeft over Stichting Vrienden van Vanboeijen.
Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen kostprijs, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Vanboeijen zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans op genomen activa.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen
Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen, en niet op voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen.
Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.
Presentatie en functionele valuta
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat tevens de functionele valuta is van Vanboeijen. Alle financiële informatie in euro's is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De waarderingsgrondslagen van de voorzieningen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten aandelen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Vanboeijen maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten en houdt geen handelsportefeuille aan.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.
Financiële instrumenten worden bij de eerste waardering verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien financiële instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten bij de vervolgwaardering gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening. Eventueel worden direct toerekenbare transactiekosten verwerkt in de resultatenrekening, tenzij hierna anders beschreven.
Overige vorderingen
Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De effectieve rente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden direct in de resultatenrekening verwerkt. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie verstrekte leningen en overige vorderingen behoren, worden verantwoord op de transactiedatum.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de resultatenrekening verwerkt.
De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Saldering van financiële instrumenten
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de stichting beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de stichting het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen.
Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, wordt het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de stichting en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines en installaties, andere vaste bedrijfsmiddelen en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met eventueel ontvangen subsidies, de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de eventuele restwaarde van de individuele activa. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering wordt niet afgeschreven. Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling, bij afstoting of volledige afschrijving. Afschrijvingspercentages zijn opgenomen in de toelichting 4.5.4 mutatie overzicht vaste activa.
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd als zij de gebruiksduur van het object verlengen. De kosten van groot onderhoud worden verwerkt volgens de componentenbenadering. Dit houdt in dat bij de uitvoering van het onderhoud deze kosten worden verwerkt in de balans als materieel vast actief, indien aan de activeringsciteria wordt voldaan. Het actief wordt opgesplitst in één of meer componenten, ieder met een eigen economische levensduur en dus afschrijvingstermijn. Alle overige onderhoudscriteria worden direct in de resultatenrekening verwerkt.
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last aangemerkt in de resultatenrekening. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van het desbetreffende actief niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepalend zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de resultatenrekening.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde. De kostprijs bestaat uit de verkrijgingsprijs, vermeerderd met overige kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de meest betrouwbare schatting van het bedrag dat de voorraden maximaal zullen opbrengen, onder aftrek van nog te maken kosten.
Vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot Wlz
Een vordering uit hoofde van financieringstekorten of een schuld uit hoofde van financieringsoverschotten is het aan het einde van het boekjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget. De waardering is beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen vermogen
Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van de stichting een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Bestemmingsfondsen zijn reserves waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan.
Aanwending van bestemmingsreserves en -fondsen
Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen worden in de resultatenrekening verantwoord en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve of fonds gebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen.
Voorziening ziekteverzuim
De voorziening langdurig ziekteverzuim is gevormd ter dekking van het risico van twee jaren loondoorbetaling bij langdurige ziekte. De voorziening wordt berekend over medewerkers waarvan de verwachting is dat deze niet (volledig) terugkeren. Oftewel, waarbij de kans groter wordt geacht dat ze wel (gedeeltelijk) ziek uit dienst gaan dan niet. Voor de verwachte toekomstige salarisbetalingen wordt rekening gehouden met de hoogte van het salaris en de individuele herstelkans. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten).
Voorziening jubileumverplichtingen
De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De jubileumvoorziening wordt gevormd door de contante waarde van toekomstige jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De disconteringsvoet is gebaseerd op 2%. Het effect van de discontering is € 119.000,-. Voorgaand jaar was de disconteringsvoet 1,42 %. Door de wijziging van de disconteringsvoet is de voorziening afgenomen met € 120.000,-.
Voorziening afbouw carrière
De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren financiële effecten van in de cao opgenomen regeling afbouw carrière. De voorziening wordt gevormd door de contante waarde van toekomstige financiële effecten. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De disconteringsvoet is gebaseerd op 2%. Het effect van de discontering is € 6.500,-.
Schulden
De waardering van de langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd financiële instrumenten. De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd financiële instrumenten.
Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verlichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden verantwoord in het jaar waarin de baten zijn gerealiseerd. Lasten worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. In het geval van een geconstateerde fout in voorgaande boekjaren wordt foutherstel toegepast.
Opbrengsten
De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten. Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met de na-indexering.
De met de baten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Subsidies
Subsidies worden ten gunste van de resultatenrekening van het jaar gebracht ten laste waarvan de gesubsidieerde bestedingen komen of waarin de opbrengsten zijn gederfd of het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De vooruit ontvangen bedragen (zowel kort- als langlopend) worden onder de overlopende passiva opgenomen.
Personeelskosten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers, respectievelijk de belastingautoriteit. De beloningen van het personeel worden als last in de resultatenrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door Vanboeijen.
Voor de beloningen met opbouw van rechten (sabbatical leave, gratificaties e.d. ) worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van gratificaties worden verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de stichting zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievergoeding. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.
Pensioenen
Vanboeijen heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling op grond van de CAO GHZ. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Vanboeijen. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door zijn financiële verplichtingen) dit toelaat. In december 2022 bedroeg de dekkingsgraad 109,2%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 104%, maar in aanloop naar het nieuwe pensioenakkoord is een minimale dekkingsgraad van 90% toegestaan.
Vanboeijen betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. Vanboeijen heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het voldoen van toekomstige premiebijdragen. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Leasing
De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij Vanboeijen is geen sprake van financiële lease.
Operationele lease
Als Vanboeijen optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de resultatenrekening gebracht.
Afschrijvingen
Boekwinsten en -verliezen uit incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
Rentebaten en soortgelijke baten en rentelasten en soortgelijke lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Rentebaten worden verantwoord in de periode waarop zij betrekking hebben, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waarop zij betrekking hebben.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten
Gebeurtenissen na balansdatum
Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.
Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.
4.5 Toelichting op de balans
4.5.1 Activa
1. Materiële vaste activa
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Bedrijfsgebouwen en terreinen | 40.817 | 40.448 | |||||||
| Installaties | 6.296 | 6.110 | |||||||
| Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting | 5.316 | 5.390 | |||||||
| Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering | 2.804 | 1.053 | |||||||
| Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa | 254 | 254 | |||||||
| Totaal materiële vaste activa | 55.487 | 53.255 | |||||||
| Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt: | |||||||||
| Boekwaarde per 1 januari | 53.255 | 53.569 | |||||||
| Bij: investeringen | 7.827 | 5.045 | |||||||
| Af: afschrijvingen | -5.579 | -5.357 | |||||||
| Af: bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | |||||||
| Af: desinvesteringen | -17 | -2 | |||||||
| Boekwaarde per 31 december | 55.487 | 53.255 | |||||||
| Aanschafwaarde | 100.854 | 94.475 | |||||||
| Cumulatieve afschrijvingen | -45.367 | -41.220 | |||||||
| 55.487 | 53.255 |
Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder vaste activa.
De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in paragraaf 4.5.5. De materiële vaste activa dienen voor een bedrag van € 70 miljoen (2021: € 70 miljoen) als onderpand voor schulden aan kredietinstellingen, waarvan
€ 26 miljoen als garantie voor leningen die zijn geborgd via het Waarborgfonds voor de Zorg (WFZ). Vanboeijen heeft zich verbonden niet zonder voorafgaande toestemming van het WFZ onroerende goederen die zijn gefinancierd met geborgde leningen te vervreemden of met een ander zakelijk recht te bezwaren. Tevens heeft Vanboeijen zich verbonden om op eerste verzoek van het WFZ een recht van hypotheek aan het WFZ te verstrekken op onroerende zaken waarvoor een lening is aangegaan die geheel of gedeeltelijk door het WFZ is geborgd.
2. Voorraden
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Voorraden | 36 | 39 | |||||||
| 36 | 39 |
Gedurende het boekjaar is ten laste van de resultatenrekening een voorziening wegens incourantheid gevormd voor een bedrag van € 0 (2021: € 0).
3. Vorderingen
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Vorderingen op debiteuren | 460 | 275 | |||||||
| Nog te vorderen WMO gelden | 22 | 82 | |||||||
| Nog te ontvangen Jeugdwet gelden | 20 | 1 | |||||||
| Compensatieregeling transitievergoedingen | 93 | 48 | |||||||
| Voorschot vervoerders | 39 | 39 | |||||||
| Vooruitbetaalde huur en crediteuren | 123 | 85 | |||||||
| Overige vorderingen | 787 | 589 | |||||||
| 1.544 | 1.119 |
De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.
Op de vordering uit hoofde van debiteuren is een voorziening voor oninbaarheid ad € 12.000 in mindering gebracht (2021: € 12.000).
Van de vorderingen en overlopende activa heeft € 36.000 een looptijd van langer dan 1 jaar (2021: € 39.000). De overige vorderingen bestaan onder anderen uit € 397.000 voor innovatiemiddelen en € 244.000 voor coronabanen 2022.In de vorderingen is een vordering op een externe arbeidskracht opgenomen, ontstaan vanuit een door hem gepleegde fraude. Er is een lopende terugbetalingsregeling getroffen.
In de Wet compensatie transitievergoeding is vastgesteld dat werkgevers gecompenseerd worden voor de transitievergoedingen die betaald zijn aan medewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan. Ultimo 2022 betreft het alleen recente vorderingen.
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot Wlz
| t/m 2020 | 2021 | 2022 | totaal | ||||||
| € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | ||||||
| Saldo per 1 januari | 0 | 1.690 | 0 | 1.690 | |||||
| Financieringsverschil boekjaar | 0 | 0 | 2.793 | 2.793 | |||||
| Correcties voorgaande jaren | 6 | 803 | 0 | 808 | |||||
| Betalingen/ontvangsten | -6 | -2.493 | 0 | -2.498 | |||||
| Subtotaal mutatie boekjaar | 0 | -1.690 | 2.793 | 1.103 | |||||
| Saldo per 31 december | 0 | 0 | 2.793 | 2.793 | |||||
| Stadium van vaststelling: | |||||||||
| Erkenning 300-211 | c | c | a | ||||||
| a= interne berekening | |||||||||
| b= overeenstemming met zorgverzekeraars | |||||||||
| c= definitieve vaststelling Nza | |||||||||
| 31-dec-22 | 31-dec-21 | ||||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Waarvan gepresenteerd als: | |||||||||
| - vorderingen uit hoofde van financieringstekort | 2.793 | 1.690 | |||||||
| - schulden uit hoofde van financieringsoverschot | 0 | 0 | |||||||
| 2.793 | 1.690 | ||||||||
| Specificatie financieringsverschil WLZ in het boekjaar | 2022 | 2021 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Wettelijk budget aanvaardbare kosten WLZ boekjaar | 102.865 | 94.782 | |||||||
| Af: ontvangen voorschotten | 100.072 | 93.092 | |||||||
| 2.793 | 1.690 |
De nacalculaties van de jaren tot en met 2021 zijn volledig afgerekend met de NZa.
| 31-dec-22 | 31-dec-21 | ||||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Vorderingen | 1.544 | 1.119 | |||||||
| Financieringsverschil | 2.793 | 1.690 | |||||||
| Totaal vorderingen | 4.337 | 2.809 |
4. Liquide middelen
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Bankrekeningen | 8.362 | 5.800 | |||||||
| Kassen | 14 | 13 | |||||||
| Totaal liquide middelen | 8.376 | 5.813 |
De liquide middelen zijn vrij beschikbaar, behalve voor de afgegeven bankgarantie van € 14.500,-.
4.5.2 Passiva
5. Eigen vermogen
| Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Bestemmingsfonds | 20.831 | 19.645 | |||||||
| Overige reserve | 257 | 257 | |||||||
| Totaal eigen vermogen | 21.088 | 19.902 | |||||||
| Het verloop van de bestemmingsfondsen is als volgt: | saldo per 1-jan-2022 | resultaat-bestemming | overige mutaties | saldo per 31-dec-2022 | |||||
| € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | ||||||
| Bestemmingsfonds | 19.645 | 1.185 | 0 | 20.831 | |||||
| 19.645 | 1.185 | 0 | 20.831 | ||||||
| Het verloop van de algemene reserve is als volgt | saldo per 1-jan-2022 | resultaat-bestemming | overige mutaties | saldo per 31-dec-2022 | |||||
| € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | ||||||
| Overige reserve | 257 | 0 | 0 | 257 | |||||
| 257 | 0 | 0 | 257 | ||||||
| 31-dec-22 | 31-dec-21 | ||||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Netto-resultaat | 1.185 | 1.462 | |||||||
| Totaalresultaat van de instelling | 1.185 | 1.462 |
Het resultaat van het boekjaar € 1.185.000 is volledig toegevoegd aan het bestemmingsfonds.
6. Voorzieningen
| Het verloop is als volgt weer te geven: | saldo per 1-jan-2022 | dotatie | onttrekking | vrijval | saldo per 31-dec-2022 | ||||
| € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | |||||
| Jubileumverplichtingen | 786 | 106 | 42 | 0 | 850 | ||||
| Voorziening afbouw carrière | 0 | 329 | 0 | 0 | 329 | ||||
| Langdurig ziekteverzuim | 397 | 207 | 89 | 171 | 345 | ||||
| Totaal voorzieningen | 1.183 | 643 | 131 | 171 | 1.524 | ||||
| Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: | saldo per 31-dec-2022 | ||||||||
| Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr) | 366 | ||||||||
| Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr) | 751 | ||||||||
| hiervan > 5 jaar | 407 |
De jubileumvoorziening heeft betrekking op toekomstige uitkeringen aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband en is grotendeels langlopend. Circa € 100.000 (2021: € 53.000) heeft een looptijd korter dan een jaar. De berekening is gebaseerd op cao-verplichtingen, blijfkans en leeftijden. Bij de bepaling van de voorziening zijn de volgende belangrijkste actuariële grondslagen gehanteerd:
- Disconteringsvoeten: 2% gebaseerd op historisch verloop.
- Gemiddelde salarisstijging 2%.
De voorziening langdurig ziekteverzuim is gevormd ter dekking van het risico van twee jaren loondoorbetaling bij langdurige ziekte. Dit betreft het loon in het eerste ziektejaar, 70% doorbetaling in het tweede ziektejaar en een mogelijke transitievergoeding. Van de voorziening op balansdatum heeft € 157.000 betrekking op een periode korter dan 1 jaar en is € 187.000 langlopend.
7. Langlopende schulden
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Schulden aan kredietinstellingen | 21.531 | 24.318 | |||||||
| Totaal langlopende schulden | 21.531 | 24.318 | |||||||
| Het verloop is als volgt weer te geven: | |||||||||
| Stand per 1 januari | 24.318 | 28.415 | |||||||
| Bij: nieuwe leningen | 0 | 0 | |||||||
| Af: aflossing leningen | 2.787 | 4.097 | |||||||
| Stand per 31 december | 21.531 | 24.318 | |||||||
| Af: aflossingsverplichting komend boekjaar | 1.812 | 2.787 | |||||||
| Stand langlopende schulden per 31 december | 19.719 | 21.531 | |||||||
| Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: | |||||||||
| Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr) | 1.812 | 2.787 | |||||||
| Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr) | 19.719 | 21.531 | |||||||
| Hiervan langlopend (> 5 jaar) | 12.587 | 14.361 | |||||||
De verstrekte zekerheden voor de opgenomen leningen bij de Rabobank en WFZ luiden als volgt:
* hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen.
De reële waarde van de leningen bedraagt circa € 19 miljoen.
De aflossingsverplichtingen voor het komende jaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Als gestelde zekerheid voor verstrekte financiering door het Waarborgfonds en de Rabobank is aan hen een hypotheekrecht van € 70 mln. verstrekt op de registergoederen van Vanboeijen. Met de Rabobank zijn daarnaast de volgende financiële convenanten afgesproken:
1. Solvabiliteit voor 2022 en volgende boekjaren: 25,0%.
2. Debt Service Coverage Ratio minimaal 1,20.
Vanboeijen voldoet ultimo boekjaar 2022 aan beide ratio’s.
8. Kortlopende schulden
| De specificatie is als volgt: | 31-dec-22 | 31-dec-21 | |||||||
| € 1.000 | € 1.000 | ||||||||
| Crediteuren | 1.552 | 2.270 | |||||||
| Aflossingsverplichtingen langlopende leningen | 1.812 | 2.787 | |||||||
| Schulden aan kredietinstellingen | 4.116 | 0 | |||||||
| Belastingen en sociale premies | 3.316 | 3.265 | |||||||
| Schulden terzake pensioenen | 2.519 | 295 | |||||||
| Nog te betalen salarissen | 600 | 443 | |||||||
| Vakantiegeld | 2.348 | 2.173 | |||||||
| Vakantiedagen | 2.051 | 1.723 | |||||||
| Persoonlijk Budget Levensfase | 5.107 | 4.839 | |||||||
| Nog te betalen zorgbonus incl. loonheffing, welzijnsassistenten | 69 | 32 | |||||||
| Rekening courant ouderinitiatieven | 0 | 56 | |||||||
| Rekening courant De Zijlen | 134 | 166 | |||||||
| Rekening courant Vrienden van Vanboeijen | 2 | -28 | |||||||
| Vooruitontvangen bedragen | 206 | 214 | |||||||
| Verplichtingen i.v.m. reorganisatie 2016 | 0 | 22 | |||||||
| Fonds pastoraal centrum | 317 | 214 | |||||||
| Nog te betalen kosten | 1.756 | 828 | |||||||
| Totaal kortlopende schulden | 25.905 | 19.299 |
De schulden terzake pensioenen zijn gestegen ten opzichte van voorgaand jaar in verband met een wijziging in de facturatiesystematiek door het pensioenfonds.
Onder de overlopende passiva zijn posten begrepen met een vermoedelijke resterende looptijd langer dan één jaar, namelijk vakantiedagen, persoonlijk levensfase budget en de schuld aan kredietinstelling. Conform cao is het persoonlijk levensfase budget voor iedere medewerker in dienst per december naar rato van het dienstverband opgehoogd met 8 uren.
De boekwaarde van de kortlopende schulden benadert de reële waarde daarvan, gegeven de korte looptijd van de opgenomen posten. Over de rekeningcourantverhoudingen wordt geen rente berekend. Onder de nog te betalen posten is opgenomen de nagekomen facturen over 2022, accountantskosten, subsidie welzijnsassistenten en heffingen 2022. Uit een in 2021 en 2022 ontvangen nalatenschap is het fonds pastoraal centrum gevormd. Er zijn afspraken gemaakt over de aanwending hiervan.
Toelichting risico's van financiële instrumenten
Algemeen
Vanboeijen maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan kredietrisico, renterisico, kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico's te beheersen hanteert de raad van bestuur richtlijnen in de vorm van een treasurystatuut. Daarnaast is een meerjaren liquiditeits- en investeringsbegroting aanwezig welke is vastgesteld door de raad van bestuur en goedgekeurd door de raad van toezicht. In 2022 is een treasurycommissie opgericht om verdere uitvoering te geven aan het treasurybeleid.
Kredietrisico
Vanboeijen loopt kredietrisico over de vorderingen van die uitstaan op balansdatum. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door een actief debiteurenbeleid. Voor het afdekken van het kredietrisico is een voorziening opgenomen, die in aftrek is gebracht op de debiteuren. De stichting loopt kredietrisico over handels- en overige vorderingen en onderhanden werk voor in totaal € 4,1 mln. Het kredietrisico is voornamelijk geconcentreerd bij het zorgkantoor. De hoogste vordering bedraagt € 2,5 mln. Met deze tegenpartij bestaat een lange relatie. Zij hebben altijd tijdig aan hun betalingsverplichting voldaan.
Rente- en kasstroomrisico
Het beleid van de stichting is om haar financieringen volledig aan te trekken met vastrentende leningen, derhalve loopt de stichting geen renterisico over deze financiering. De stichting loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. De stichting loopt met betrekking tot vastrentende leningen een reële waarde risico.
De stichting loopt renterisico over de rentedragende schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Het treasurybeleid van de stichting is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van risico’s zoals het debiteurenrisico, het renterisico en het financieringsrisico. Het renterisico is beperkt tot de opgenomen leningen. Stichting Vanboeijen heeft 12 langlopende leningen bij de Rabobank, BNG bank, NWB bank en Nationale Nederlanden van totaal € 21,5 mln. De interest van de leningen lopen uiteen van 0,01% tot 6,45% per jaar. In paragraaf 4.5.5. is een overzicht opgenomen van alle langlopende leningen met bijbehorende interestpercentages.
Liquiditeitsrisico
De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de stichting te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft zodat de stichting steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen.
Mitigerende maatregelen
Er is een treasurystatuut waarin de beheersmaatregelen zijn verwoord, namelijk:
- het tijdelijk uitlenen van overtollige liquide middelen aan derden vereist een besluit van de raad van bestuur.
- voor het uitzetten van overtollige liquiditeiten wordt slechts zakengedaan met banken of instituties die beschikken over een A-plusrating in producten die beschikken over een hoofdsomgarantie.
- overtollige liquiditeiten worden gespreid over meerdere partijen.
- de debiteurenpositie wordt nauwgezet gevolgd en bij overschrijding van de betalingstermijn worden passende incassomaatregelen genomen.
Toelichting op de reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
Als gevolg van materiële controles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van materiële controles zijn vooralsnog onzeker, maar de inschatting is dat het financieel effect hiervan beperkt is. Vanboeijen heeft op basis van een risicoanalyse een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende risico's en verplichtingen. Daarbij is rekening gehouden met uitkomsten van interne en externe controles.
Waarborgfonds voor de zorgsector
De zorginstelling heeft in het kader van het WfZ-deelnemerschap een obligoverplichting richting het WfZ. Dit houdt in dat indien het eigen vermogen van het WfZ onvoldoende zou blijken om aan de garantieverplichtingen te voldoen en WfZ wordt aangesproken op zijn garantieverplichtingen, WfZ een beroep kan doen op financiële hulp van de deelnemers. Deze hulp wordt in dat geval geboden in de vorm van renteloze leningen aan het WfZ. De omvang van het obligo bedraagt maximaal 3% van de restantschuld van de geborgde leningen van de deelnemer. De omvang van dit obligo bedraagt ultimo 2022 € 0,6 mln.
Kredietfaciliteit
Ten behoeve van werkkapitaal heeft Vanboeijen een kredietfaciliteit bij de Rabobank. Dit betreft werkkapitaalfaciliteit tot wederopzegging, in de vorm van een rekening-courantfaciliteit. De kredietlimiet bedraagt
€ 4 mln. en staat ter vrije beschikking.
4.5.3 Niet in balans opgenomen activa en verplichtingen
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van operationele leasing (inclusief huur). De operationele leasekosten worden lineair over de leaseperiode in de resultatenrekening verwerkt. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd:
| € 1.000 | |||||||||
| Kortlopend deel ( < 1 jaar) | 2.700 | ||||||||
| Langlopend deel ( > 1 jaar < 5 jaar) | 6.802 | ||||||||
| Langlopend deel ( > 5 jaar) | 2.929 | ||||||||
| 12.431 |
Het bedrag van huur en leasebetalingen dat is verwerkt als last in 2022, bedraagt € 3,16 mln. (2021: € 3,24 mln.).
Er zijn langlopende verplichtingen met enkele leveranciers aangegaan. De verplichting bedraagt:
| € 1.000 | |||||||||
| Kortlopend deel ( < 1 jaar) | 1.786 | ||||||||
| Langlopend deel ( > 1 jaar < 5 jaar) | 303 | ||||||||
| Langlopend deel ( > 5 jaar) | 0 | ||||||||
| 2.089 |
Onzekerheden opbrengstverantwoording
Als gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuele materiële nacontroles zijn vooralsnog onzeker en daarom zijn er hiervoor geen verplichtingen opgenomen in de balans.
Onzekerheid subsidie zorgbonus
Vanboeijen heeft voor 2020 en 2021 zorgbonussen uitgekeerd aan bij haar werkende zorgprofessionals. Bij de vaststelling van de subsidies heeft DUS-i vastgesteld dat er een administratieve afwijking in de verantwoording is en heeft de subsidies lager vastgesteld. Vanboeijen heeft hiertegen bezwaar aangetekend en verwacht in het gelijk gesteld te worden.
4.5.4 Mutatieoverzicht vaste activa
Mutatieoverzicht materiele vaste activa
| 1) | 2) | 3) | 4) | 5) | Totaal | |||||||
| bedragen x € 1.000 | ||||||||||||
| Aanschafwaarde | 69.062 | 13.900 | 10.206 | 1.053 | 254 | 94.475 | ||||||
| Cumulatieve afschrijvingen | -28.614 | -7.790 | -4.816 | 0 | 0 | -41.220 | ||||||
| Boekwaarde per 1 januari 2022 | 40.448 | 6.110 | 5.390 | 1.053 | 254 | 53.255 | ||||||
| Investeringen in lopende jaar | ||||||||||||
| Investeringen | 2.214 | 432 | 1.506 | 3.705 | 0 | 7.856 | ||||||
| Afschrijvingen | -3.016 | -1.000 | -1.563 | 0 | 0 | -5.579 | ||||||
| Bijzondere waardervermindering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
| Overige mutaties | 1.171 | 754 | 0 | -1.954 | 0 | -29 | ||||||
| Terugname geheel afgeschreven activa | ||||||||||||
| Aanschafwaarde | -1.084 | -33 | -1.069 | 0 | 0 | -2.186 | ||||||
| Cumulatieve afschrijvingen | 1.084 | 33 | 1.069 | 0 | 0 | 2.186 | ||||||
| Desinvesteringen | ||||||||||||
| Aanschafwaarde | 0 | 0 | -17 | 0 | 0 | -17 | ||||||
| Cumulatieve afschrijvingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
| Mutaties in boekwaarde 2022 | 369 | 186 | -74 | 1.751 | 0 | 2.232 | ||||||
| Aanschafwaarde | 71.363 | 15.052 | 10.626 | 2.804 | 254 | 100.099 | ||||||
| Cumulatieve afschrijvingen | -30.546 | -8.756 | -5.310 | 0 | 0 | -44.612 | ||||||
| Boekwaarde per 31 december 2022 | 40.817 | 6.296 | 5.316 | 2.804 | 254 | 55.487 | ||||||
| Afschrijvingspercentage | 0% -12,5% | 6,67 - 20% | 10% - 33,3% | 0% | 0% |
| 1) Bedrijfsgebouwen en terreinen |
| 2) Installaties |
| 3) Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting |
| 4) Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering |
| 5) Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa |
4.5.5 Overzicht langlopende schulden
Overzicht langlopende schulden ultimo 2022
| Leninggever | Afsluit-datum | Hoofdsom | Looptijd | Soort lening | Zekerheden | Rente | Restschuld 31-12-2021 |
| bedragen x € 1.000 | € | jaren | % | € | |||
| BNG bank | 16/01/2006 | 728 | 19 | Banklening | Borging WfZ | 6,45% | 115 |
| BNG bank | 19/08/2010 | 6.747 | 23 | Banklening | Borging WfZ | 0,76% | 3.227 |
| BNG bank | 01/08/2011 | 680 | 17 | Banklening | Borging WfZ | 2,50% | 280 |
| BNG bank | 12/12/2011 | 3.006 | 27 | Banklening | Borging WfZ | 1,42% | 1.815 |
| BNG bank | 01/06/2012 | 19.500 | 10 | Banklening | Borging WfZ | 2,40% | 975 |
| BNG bank | 30/11/2015 | 5.000 | 25 | Banklening | Borging WfZ | 1,74% | 3.800 |
| Nationale Nederlanden | 12/12/2011 | 6.293 | 25 | Banklening | Borging WfZ | 3,91% | 3.776 |
| Nationale Nederlanden | 08/07/2013 | 3.700 | 20 | Banklening | Borging WfZ | 2,87% | 2.220 |
| Nationale Nederlanden | 26/01/2015 | 5.000 | 25 | Banklening | Borging WfZ | 1,37% | 3.800 |
| NWB bank | 16/09/2010 | 3.233 | 19 | Banklening | Borging WfZ | 0,01% | 1.191 |
| Rabobank | 31/12/2018 | 2.320 | 10 | Banklening | geen | 2,70% | 2.240 |
| Rabobank | 31/12/2018 | 1.280 | 10 | Banklening | geen | 2,70% | 880 |
| Totaal | 57.487 | 24.319 |
| Leninggever | Nieuw in 2022 | Aflossing 2022 | Restschuld 31-12-2022 | Restschuld over 5 jaar | Resterende looptijd | Wijze aflossing | Aflossing 2023 |
| € | € | € | € | jaren | € | ||
| BNG bank | 0 | 38 | 77 | 0 | 2 | lineair | 38 |
| BNG bank | 0 | 293 | 2.934 | 1.467 | 10 | lineair | 293 |
| BNG bank | 0 | 40 | 240 | 40 | 6 | lineair | 40 |
| BNG bank | 0 | 113 | 1.702 | 1.135 | 15 | lineair | 113 |
| BNG bank | 0 | 975 | 0 | 0 | 0 | lineair | 0 |
| BNG bank | 0 | 200 | 3.600 | 2.600 | 18 | lineair | 200 |
| Nationale Nederlanden | 0 | 252 | 3.524 | 2.265 | 14 | lineair | 252 |
| Nationale Nederlanden | 0 | 185 | 2.035 | 1.110 | 11 | lineair | 185 |
| Nationale Nederlanden | 0 | 200 | 3.600 | 2.600 | 18 | lineair | 200 |
| NWB bank | 0 | 170 | 1.021 | 170 | 6 | lineair | 170 |
| Rabobank | 0 | 320 | 1.920 | 320 | 8 | variabel | 320 |
| Rabobank | 0 | 0 | 880 | 880 | 8 | variabel | 0 |
| Totaal | 0 | 2.787 | 21.532 | 12.587 | 1.812 |
4.6 Toelichting op de resultatenrekening
4.6.1 Baten
9. Opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Wet langdurige zorg | ||||
| Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten WLZ-zorg | 98.850 | 91.297 | ||
| Compensatie Covid-19 | 4.535 | 3.491 | ||
| Subtotaal | 103.385 | 94.788 | ||
| Zorgverzekeringswet | ||||
| Opbrengsten zorgverzekeringswet | 2 | 2 | ||
| Subtotaal | 2 | 2 | ||
| Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de Wet langdurig zorg | ||||
| Rijkssubsidies van het Ministerie van VWS | 500 | 414 | ||
| Subsidie zorgbonus | 0 | 987 | ||
| Subsidie corona banen | 207 | 615 | ||
| Vergoeding innovatie kwaliteitsverpleegkundigen | 397 | 397 | ||
| Overige subsidies | 73 | 97 | ||
| Subtotaal | 1.177 | 2.510 | ||
| Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | ||||
| Beschikbaarheidsbijdragen medische vervolgopleidingen | 86 | 41 | ||
| Subtotaal | 86 | 41 | ||
| Opbrengsten uit onderaanneming | ||||
| Zorgprestaties tussen instellingen | 174 | 135 | ||
| Subtotaal | 174 | 135 | ||
| Overige opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening | ||||
| Persoonsgebonden budgetten | 2.364 | 2.206 | ||
| Eigen bijdragen cliënten | 189 | 183 | ||
| Overige zorgprestaties | 569 | 588 | ||
| Subtotaal | 3.122 | 2.977 | ||
| Totaal opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening | 107.946 | 100.453 |
De compensatie COVID-19 bestaat uit een compensatie voor extra kosten van € 4,5 mln. De extra kosten betreffen met name extra personeelsinzet en persoonlijke beschermingsmiddelen. Gedurende het jaar is regelmatig afstemming geweest met het zorgkantoor over de corona-ontwikkelingen. In 2021 is er op de Wlz-financiering een overproductie (€ 628.699) gerealiseerd welke in 2022 volledig is vergoed.
De Rijkssubsidies betreffen het Stagefonds (€ 252.101) en Praktijkleren (€ 248.143). Beide subsidies zijn geheel in 2022 ontvangen en verwerkt.
10. Opbrengsten Jeugdwet
| De specificatie van de jeugdwet-opbrengsten is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Jeugdwet | ||||
| Gemeente Assen | 8 | 28 | ||
| Gemeente Tynaarlo | 3 | 0 | ||
| Gemeente Noord Midden Drenthe | 2 | 0 | ||
| Regio IJsselland / Gemeente Zwolle | 0 | 264 | ||
| Gemeente Hardenberg | 20 | 0 | ||
| Gemeente Aa en Hunze | 0 | 8 | ||
| Totaal opbrengsten Jeugdwet | 33 | 300 |
11. Opbrengsten uit andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
| Een specificatie van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| WMO | ||||
| Gemeente Assen | 165 | 841 | ||
| Gemeente Noord Midden Drenthe | 5 | 0 | ||
| Gemeente Hoogeveen | 34 | 58 | ||
| Gemeente Groningen | 9 | |||
| Totaal opbrengsten beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten | 204 | 908 |
De opbrengsten vanuit de WMO zijn gedaald. Dit wordt mede veroorzaakt door de wijziging van de financiering van het beschermd wonen naar Wlz-financiering.
12. Overige bedrijfsopbrengsten
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Opbrengst werk & dagbesteding | 320 | 251 | ||
| Overige opbrengsten | 552 | 194 | ||
| Totaal overige opbrengsten | 872 | 445 |
De overige opbrengsten betreffen onder meer de verhuur van ruimten € 142.000 (2021: € 138.000) en de opbrengst van de verkoop van de grondstroken rond Park Diepstroeten € 269.939.
4.6.2 Lasten
13. Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Personeel niet in loondienst | 10.329 | 10.094 | ||
| Kosten uitbesteding onderaannemers | 191 | 140 | ||
| Totaal kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 10.520 | 10.234 |
14. Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Lonen en salarissen | 55.406 | 52.564 | ||
| Sociale lasten | 9.422 | 8.826 | ||
| Pensioenpremies | 4.872 | 4.393 | ||
| Totaal lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten | 69.700 | 65.783 | ||
| Gemiddeld aantal personeelsleden in FTE's in boekjaar (excl. stagiaires) | 1.197 | 1.175 |
De personeelskosten van 2022 bevatten uitgaven inzake COVID-19 die leiden tot een kostenverhogend effect.
15. Afschrijvingen vaste activa
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Afschrijvingslasten materiële vaste activa | 5.578 | 5.237 | ||
| Totaal afschrijvingen | 5.578 | 5.237 |
16. Overige bedrijfskosten
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten | 6.043 | 5.698 | ||
| Patiënt- en bewonersgebonden kosten | 2.399 | 2.420 | ||
| Andere personeelskosten | 2.486 | 2.122 | ||
| Algemene kosten | 4.372 | 3.581 | ||
| Onderhoud en energiekosten: | ||||
| - Onderhoud | 2.208 | 1.841 | ||
| - Energiekosten gas | 555 | 570 | ||
| - Energiekosten stroom | 531 | 587 | ||
| - Energie overig | 173 | 79 | ||
| Subtotaal | 3.467 | 3.077 | ||
| Huur en leasing | 2.232 | 2.288 | ||
| Dotatie en vrijval voorzieningen | 505 | -539 | ||
| Totaal overige bedrijfskosten | 21.504 | 18.647 |
De overige bedrijfskosten van 2022 bevatten in beperkte mate uitgaven inzake COVID-19 die leiden tot een kostenverhogend effect.
17. Rentelasten en soortgelijke kosten
| De specificatie is als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Rentelasten langlopende leningen | 567 | 698 | ||
| Overige rentelasten | 0 | 45 | ||
| Rentebaten rekening courant | 0 | -1 | ||
| Totaal financiële baten en lasten | 567 | 742 |
4.6.3 Overig
Honoraria accountant
| De honoraria van de accountant zijn als volgt: | 2022 | 2021 | ||
| € 1.000 | € 1.000 | |||
| Controle van de jaarrekening (incl. nacalculatie) | 204 | 196 | ||
| Overige controlewerkzaamheden (w.o. regeling AO/IC) | 30 | 25 | ||
| Fiscale advisering | 0 | 0 | ||
| Niet-controlediensten (w.o. nieuwe werkplek, WOZ) | 16 | 28 | ||
| Totaal honoraria accountant | 250 | 249 |
De honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening zijn gebaseerd op het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft en inclusief btw, ongeacht of de werkzaamheden door de accountant reeds gedurende dat boekjaar zijn verricht.
Transacties met verbonden partijen
Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting en een natuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met de stichting. Dit betreffen onder meer de relaties tussen de stichting en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Onder transacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of er een bedrag in rekening is gebracht.
Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders die in het kader van de WNT verantwoord worden, is op de volgende bladzijde opgenomen.
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum bekend welke ingrijpende financiële gevolgen hebben voor de stichting.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
De bezoldiging van de leden van de raad van bestuur (en overige topfunctionarissen) over het jaar 2022 is als volgt:
| Y. Tewelde | J. Dusseljee | J. Dusseljee | |
| Functiegegevens | Voorzitter RvB | Lid RvB | (waarnemend) Bestuurder |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | n.v.t. |
| Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | n.v.t. |
| Dienstbetrekking? | ja | ja | n.v.t. |
| Bezoldiging | |||
| Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 175.599 | 165.655 | |
| Beloningen betaalbaar op termijn | 13.451 | 13.445 | |
| Subtotaal | 189.050 | 179.100 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 199.000 | 199.000 | |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | 0 | 0 | |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Totale bezoldiging 2022 | 189.050 | 179.100 | 0 |
| Gegevens 2021 | |||
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 1/2 - 31/12 | 1/2 - 31/12 | 1/1-31/1 |
| Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
| Dienstbetrekking? | ja | ja | ja |
| Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 156.103 | 147.306 | 12.627 |
| Beloningen betaalbaar op termijn | 11.675 | 11.641 | 1.058 |
| Subtotaal | 167.778 | 158.947 | 13.685 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 176.608 | 176.608 | 16.392 |
| Totale bezoldiging 2021 | 167.778 | 158.947 | 13.685 |
De bezoldigingsklasse is door de raad van toezicht vastgesteld op IV. De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht over het jaar 2022 is als volgt:
| J.S. Reinders | E.H.J. Uitentuis | H.F. Schoep | J. Schaart | L. Kater | E.J. Finnema | |
| Functiegegevens | voorzitter RvT | lid RvT | lid RvT | lid RvT | lid RvT | lid RvT |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 |
| Bezoldiging | ||||||
| Totale bezoldiging 2022 (excl. btw) | 23.160 | 15.920 | 15.920 | 15.920 | 15.920 | 15.920 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 29.850 | 19.900 | 19.900 | 19.900 | 19.900 | 19.900 |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Gegevens 2021 | ||||||
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 | 1/1 - 31/12 |
| Totale bezoldiging 2021 (excl. btw) | 23.160 | 15.440 | 15.440 | 15.440 | 15.440 | 15.440 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 28.950 | 19.300 | 19.300 | 19.300 | 19.300 | 19.300 |
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
De raad van bestuur van Stichting Vanboeijen, statutair gevestigd te Assen, heeft de jaarrekening 2022 vastgesteld in de vergadering van 12 april 2023.
De raad van toezicht van de Stichting Vanboeijen heeft de jaarrekening 2022 goedgekeurd in de vergadering van 12 april 2023.
| Ondertekening door bestuurders en toezichthouders | ||||
| Y. Tewelde MScBA | J. Dusseljee RA | |||
| Voorzitter raad van bestuur | Lid raad van bestuur | |||
| Prof. em. dr. J.S. Reinders | Drs. H.F. Schoep MMC | |||
| Voorzitter raad van toezicht | Lid raad van toezicht | |||
| E.H.J. Uitentuis MHA | Drs. J. Schaart MHA | |||
| Lid raad van toezicht | Lid raad van toezicht | |||
| Prof. dr. E.J. Finnema | Dr. L. Kater MBA | |||
| Lid raad van toezicht | Lid raad van toezicht |