Spring naar inhoud

Jaarrekening

4.1 Balans per 31 december 2024

(na resultaatbestemming)

  Ref. 31-dec-24 31-dec-23
    € 1.000 € 1.000
ACTIVA      
       
Vaste activa      
Materiële vaste activa 1 53.601 54.632
Totaal vaste activa   53.601 54.632
       
Vlottende activa      
Voorraden 2 49 48
Vorderingen 3 3.573 3.015
Liquide middelen 4 12.732 8.813
Totaal vlottende activa   16.354 11.876
       
Totaal activa   69.955 66.508
       
       
       
PASSIVA      
       
Eigen vermogen 5    
Bestemmingsfonds   19.949 17.895
Bestemmingsreserve herhuisvesting   2.200 0
Overige reserve   257 257
Totaal eigen vermogen   22.406 18.152
       
Voorzieningen 6 1.526 1.435
       
Langlopende schulden (nog voor meer dan 1 jaar) 7 20.604 17.907
       
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) 8 25.419 29.014
       
Totaal passiva   69.955 66.508

4.2 Winst- en verliesrekening over 2024

  Ref. 2024   2023
    € 1.000   € 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN        
Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening 9      
Wet langdurige zorg   114.926   109.832
Zorgverzekeringswet   7   8
Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de Wet langdurig zorg   1.359   1.070
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg   25   99
Baten uit onderaanneming   862   150
Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening 10 3.790   3.485
Netto omzet   120.969   114.644
Overige bedrijfsopbrengsten na netto-omzet 11 2.418   1.300
Som der bedrijfsopbrengsten   123.387   115.944
         
BEDRIJFSLASTEN        
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 12 5.902   11.226
Lonen en salarissen 13 64.179   60.273
Sociale lasten   11.034   10.272
Pensioenlasten   5.718   5.096
Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa 14 5.635   5.836
Overige bedrijfskosten 15 26.146   25.707
Som der bedrijfslasten   118.614   118.410
         
Bedrijfsresultaat   4.773   -2.465
         
Rentelasten en soortgelijke kosten 16 519   472
RESULTAAT BOEKJAAR   4.254   -2.937
         
Resultaatbestemming        
Bestemmingsreserve herhuisvesting   2.200    
Bestemmingsfonds reserve aanvaardbare kosten   2.054   -2.937
    4.254   -2.937

4.3 Kasstroomoverzicht

  Ref.   2024   2023
      € 1.000   € 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten          
Bedrijfsresultaat     4.773   -2.465
Aanpassingen voor:          
- afschrijvingen en overige waardeverminderingen 1 5.635   5.836  
- mutaties voorzieningen 6 92   -90  
      5.727   5.746
Veranderingen in werkkapitaal:          
- voorraden 2 -1   -12  
- vorderingen 3 -558   1.321  
- kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) 8 -3.745   3.109  
      -4.304   4.418
Kasstroom uit bedrijfsoperaties     6.196   7.699
           
Betaalde interest 17 -625   -472  
Ontvangen interest 17 106   0  
      -519   -472
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten     5.677   7.227
           
Investeringen materiële vaste activa 1 -4.743   -5.007  
Desinvesteringen materiële vaste activa 1 138   27  
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten     -4.605   -4.979
           
Nieuw opgenomen leningen 7 4.847   0  
Aflossing langlopende schulden 7 -2.000   -1.812  
Totaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten     2.847   -1.812
           
Mutatie geldmiddelen     3.919   436
           
Recapitulatie          
Stand geldmiddelen per 1 januari     8.813   8.376
Stand geldmiddelen per 31 december     12.732   8.813
Mutatie geldmiddelen in het boekjaar     3.919   436

4.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Algemeen

Algemene gegevens
Zorginstelling Vanboeijen is statutair en feitelijk gevestigd te Assen, op het adres Borgstee 11. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41186587. De belangrijkste activiteiten zijn het zorg en ondersteuning bieden aan mensen met een verstandelijke handicap.

Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2024, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2024.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de regeling openbare jaarverantwoording WMG (RojW). De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 BW2 -voor zover deze volgens deze regeling van toepassing zijn- en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de jaarverslaggeving. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. 

Continuïteitsveronderstelling
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. 

Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva
Tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen worden activa en passiva opgenomen tegen kostprijs. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Vanboeijen zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans op genomen activa. 

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en waarvan de omvang van het bedrag betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen. 

Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen, niet op voordelen en risico’s waarvan die redelijkerwijs niet te verwachten is dat zij zich voordoen.

Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.

Algemeen
Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico's met betrekking tot handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. 

Presentatie en functionele valuta
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat tevens de functionele valuta is van Vanboeijen. Alle financiële informatie in euro's is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.

Gebruik van oordelen en schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

De waarderingsgrondslagen van de voorzieningen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen.

Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Vanboeijen maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten en houdt geen handelsportefeuille aan.

Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.

Financiële instrumenten worden bij de eerste waardering verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien financiële instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

Na de eerste opname worden financiële instrumenten bij de vervolgwaardering gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Eventueel worden direct toerekenbare transactiekosten verwerkt in de winst- en verliesrekening, tenzij hierna anders beschreven.

Overige vorderingen
Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De effectieve rente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie verstrekte leningen en overige vorderingen behoren, worden verantwoord op de transactiedatum.

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

Saldering van financiële instrumenten
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de stichting beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de stichting het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen.

Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, wordt het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.

Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de stichting en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines en installaties, andere vaste bedrijfsmiddelen en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met eventueel ontvangen subsidies, de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Als investeringssubsidies zijn ontvangen worden deze toegelicht bij het MVA verloopoverzicht. De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de eventuele restwaarde van de individuele activa. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering wordt niet afgeschreven. Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling, bij afstoting of volledige afschrijving. Afschrijvingspercentages zijn opgenomen in de toelichting 4.5.4 mutatie overzicht vaste activa.

Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd als zij de gebruiksduur van het object verlengen. De kosten van groot onderhoud worden verwerkt volgens de componentenbenadering. Dit houdt in dat bij de uitvoering van het onderhoud deze kosten worden verwerkt in de balans als materieel vast actief, indien aan de activeringsciteria wordt voldaan. Het actief wordt opgesplitst in één of meer componenten, ieder met een eigen economische levensduur en dus afschrijvingstermijn. Alle overige onderhoudskosten worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.

Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last aangemerkt in de winst- en verliesrekening. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van het desbetreffende actief niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepalend zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.

Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde. De kostprijs bestaat uit de verkrijgingsprijs, vermeerderd met overige kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de meest betrouwbare schatting van het bedrag dat de voorraden maximaal zullen opbrengen, onder aftrek van nog te maken kosten.

Vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot Wlz
Een vordering uit hoofde van financieringstekorten of een schuld uit hoofde van financieringsoverschotten is het aan het einde van het boekjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget. De waardering is beschreven onder Financiële instrumenten.

Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen
Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen het bestemmingsfonds, bestemmingsreserve herhuisvesting en overige reserves. Het bestemmingsfonds is een reserve waaraan door derden een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. De bestemmingsreserve herhuisvesting en overige reserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van de stichting een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. 

Aanwending van bestemmingsfonds, bestemmingsreserve herhuisvesting en overige reserves
Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsfonds, bestemmingsreserve herhuisvesting en overige reserves worden in de winst- en verliesrekening verantwoord en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve of fonds gebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. 

Voorziening verzuim
De voorziening verzuim is gevormd ter dekking van het risico van twee jaren loondoorbetaling bij langdurige ziekte. De voorziening wordt berekend over medewerkers waarvan de verwachting is dat deze niet (volledig) terugkeren. Oftewel, waarbij de kans groter wordt geacht dat ze wel (gedeeltelijk) ziek uit dienst gaan dan niet. Voor de verwachte toekomstige salarisbetalingen wordt rekening gehouden met de hoogte van het salaris en de individuele herstelkans. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten).

Voorziening jubileumverplichtingen
De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De jubileumvoorziening wordt gevormd door de contante waarde van toekomstige jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De disconteringsvoet is 5,03%, betreft de rentevoet waarmee toekomstige cashflows worden teruggerekend naar hun huidige waarde. Het effect van de discontering is € 352.000. Voorgaand jaar was de disconteringsvoet 4%. Door de wijziging van de disconteringsvoet is de voorziening afgenomen met € 53.000.

Voorziening afbouw carrière 
De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren financiële effecten van in de CAO opgenomen regeling afbouw carrière. De voorziening wordt niet contant gemaakt gezien de tijdswaarde van geld niet materieel is. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.  

Schulden

De waardering van de langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd financiële instrumenten. De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd financiële instrumenten.

Grondslagen van opbrengstverantwoording

Segmentering
In de jaarrekening is geen nadere segmentatie van de winst- en verliesrekening opgemaakt aangezien Vanboeijen alleen in het segment gehandicaptenzorg actief is.

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening en overige bedrijfsopbrengsten
De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten. Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met de na-indexering.

De met de baten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.

Subsidies
Subsidies worden ten gunste van de winst- en verliesrekening van het jaar gebracht ten laste waarvan de gesubsidieerde bestedingen komen of waarin de opbrengsten zijn gederfd of het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De vooruit ontvangen bedragen (zowel kort- als langlopend) worden onder de overlopende passiva opgenomen.

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
De kosten voor de inzet van personeel niet in loondienst worden toegerekend aan de periode wanneer het personeel is ingehuurd. Dit geldt eveneens voor de kosten voor uitbesteding van zorgprestaties aan onderaannemers. 

Personeelsbeloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers, respectievelijk de belastingautoriteit. De beloningen van het personeel worden als last in de winst- en verliesrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door Vanboeijen.  

Voor de beloningen met opbouw van rechten (balansuren, gratificaties e.d. ) worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van gratificaties wordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de stichting zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Pensioenen
Vanboeijen heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling op grond van de CAO GHZ. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Vanboeijen. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door zijn financiële verplichtingen) dit toelaat. In december 2024 bedroeg de dekkingsgraad 109,5%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 105%.

Vanboeijen betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. Vanboeijen heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het voldoen van toekomstige premiebijdragen. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

Afschrijvingen
Boekwinsten en -verliezen uit incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

Leasing
De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij Vanboeijen is geen sprake van financiële lease.

Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst.

Operationele lease
Als Vanboeijen optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

Rentebaten en soortgelijke baten en rentelasten en soortgelijke lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Rentebaten worden verantwoord in de periode waarop zij betrekking hebben, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waarop zij betrekking hebben.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.  De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Verbonden partijen

Transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Van deze transacties wordt de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht toegelicht.

Stichting Vrienden van Vanboeijen is conform art 7 lid 1 Regeling openbare jaarverantwoording WMG niet geconsolideerd, gezien stichting Vanboeijen geen overheersende zeggenschap heeft over stichting Vrienden van Vanboeijen.

Gebeurtenissen na balansdatum

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.

Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.

Waarderingsgrondslag WNT

Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft stichting Vanboeijen zich gehouden aan de wet- en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingssspecifieke (sectorale) regels.

4.5 Toelichting op de balans

4.5.1 Activa

1. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Bedrijfsgebouwen en terreinen 40.624 41.875
Installaties 6.263 6.356
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 4.369 4.751
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering 2.091 1.396
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 254 254
     
Totaal materiële vaste activa 53.601 54.632
     
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt:    
     
Boekwaarde per 1 januari 54.632 55.487
Bij: investeringen 4.743 5.007
Af: afschrijvingen -5.635 -5.836
Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0
Af: desinvesteringen -138 -27
     
Boekwaarde per 31 december 53.601 54.632
     
     
Aanschafwaarde 99.638 102.106
Cumulatieve afschrijvingen -46.037 -47.473
  53.601 54.632

Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder vaste activa.

De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in paragraaf 4.5.5. De materiële vaste activa dienen voor een bedrag van € 70 miljoen (2023: € 70 miljoen) als onderpand voor schulden aan kredietinstellingen, waarvan € 16 miljoen als garantie voor leningen die zijn geborgd via het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Vanboeijen heeft zich verbonden om onroerende goederen die gefinancierd zijn met geborgen leningen, niet zonder voorafgaande toestemming van het WfZ te vervreemden of met een ander zakelijk recht te bezwaren. Tevens heeft Vanboeijen zich verbonden om op eerste verzoek van het WfZ een recht van hypotheek aan het WfZ te verstrekken op onroerende zaken waarvoor een lening is aangegaan die geheel of gedeeltelijk door het WfZ is geborgd.

2. Voorraden

De specificatie is als volgt: 31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Voorraden 49 48
     
  49 48

Gedurende het boekjaar is ten laste van de winst- en verliesrekening een voorziening wegens incourantheid gevormd voor een bedrag van € 0 (2023: € 0).

3. Vorderingen en overlopende activa

  31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Vorderingen en overlopende activa  3.886   1.417 
Financieringsverschil  -313   1.599 
     
Totaal vorderingen  3.573   3.015 

Vorderingen en overlopende activa

  31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Vorderingen op debiteuren 1.151 372
Te vorderen Gemeentelijk Domein 9 9
Te ontvangen innovatiegelden 424 397
Rekening courant Vrienden van Vanboeijen 0 57
Compensatieregeling transitievergoedingen 169 79
Vooruitbetaalde bedragen 124 70
Te ontvangen uit verkoop Sparrenlaan 1.474 0
Overige vorderingen en overlopende activa 535 433
     
  3.886 1.417

De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. 

Op de vordering uit hoofde van debiteuren is een voorziening voor oninbaarheid ad € 32.000 in mindering gebracht (2023: € 50.000). 

In de Wet compensatie transitievergoeding is vastgesteld dat werkgevers gecompenseerd worden voor de transitievergoedingen die betaald zijn aan medewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan. Ultimo 2024 betreft het alleen recente vorderingen.  

De vordering innovatiemiddelen betreft een te ontvangen afrekening van de NZa voor een innovatieproject kwaliteitsverpleegkundigen.

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot Wlz

  t/m 2022 2023 2024 totaal
  € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
         
Saldo per 1 januari 0 1.599 0 1.599
         
Financieringsverschil boekjaar 0 0 -313 -313
Correcties voorgaande jaren 0 1.331 0 1.331
Betalingen/ontvangsten 0 -2.930 0 -2.930
Subtotaal mutatie boekjaar 0 -1.599 -313 -1.912
         
Saldo per 31 december 0 0 -313 -313
         
Stadium van vaststelling:        
Erkenning 300-211 c c a a
         
a= interne berekening        
b= overeenstemming met zorgverzekeraars        
c= definitieve vaststelling Nza        
      31-dec-24 31-dec-23
      € 1.000 € 1.000
Waarvan gepresenteerd als:        
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort     0 1.599
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot     313 0
      313 1.599
         
         
Specificatie financieringsverschil WLZ in het boekjaar     2024 2023
      € 1.000 € 1.000
         
Wettelijk budget aanvaardbare kosten WLZ boekjaar      113.991  109.672
Af: ontvangen voorschotten      114.304  108.073
         
       -313  1.599

De nacalculaties van de jaren tot en met 2023 zijn volledig afgerekend met de NZa.

4. Liquide middelen

De specificatie is als volgt: 31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Bankrekeningen 12.714 8.800
Kassen 18 13
     
Totaal liquide middelen 12.732 8.813

De liquide middelen zijn vrij beschikbaar, behalve voor de afgegeven bankgarantie van €14.500,-.

4.5.2 Passiva

5. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:   31-dec-24 31-dec-23
    € 1.000 € 1.000
       
Bestemmingsfonds   19.949  17.895 
Bestemmingsreserve herhuisvesting   2.200
Overige reserve   257  257 
       
Totaal eigen vermogen   22.406  18.152 
       
       
Het verloop is als volgt: Bestemmingsfonds Bestemmingsreserve Overige
    herhuisvesting reserve
Stand per 1 januari 2023 20.832 0 257
Resultaatbestemming 2023 -2.937 0 0
Overige mutaties 2023 0 0 0
Stand per 1 januari 2024 17.895 0 257
Resultaatbestemming 2024 2.054 2.200 0
Overige mutaties 2024 0 0 0
Stand per 31 december 2024 19.949 2.200 257
       
       
    31-dec-24 31-dec-23
    € 1.000 € 1.000
       
Netto-resultaat   4.254 -2.937
       
Totaalresultaat van de instelling   4.254 -2.937

Het resultaat van het boekjaar bedraagt € 4.254.000 positief. Van het resultaat is € 2.200.000 toegerekend aan de bestemmingsreserve herhuisvesting, € 2.054.000 is toegerekend aan het bestemmingsfonds.

6. Voorzieningen

Het verloop is als volgt weer te geven: saldo per 1-jan-24 dotatie onttrekking vrijval saldo per 31-dec-24
  € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
           
Jubileumvoorziening 761 78 66 0 773
Voorziening afbouw carrière 231 0 7 46 178
Voorziening verzuim 443 529 397 0 575
Totaal voorzieningen 1.435 607 470 46 1.526
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:  
   
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr) 686
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr) 840
hiervan > 5 jaar 359

De jubileumvoorziening heeft betrekking op toekomstige uitkeringen aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband en is grotendeels langlopend. Circa € 73.000 (2023: € 69.000) heeft een looptijd korter dan een jaar. De berekening is gebaseerd op CAO-verplichtingen, blijfkans en leeftijden. Bij de bepaling van de voorziening zijn de volgende belangrijkste actuariële grondslagen gehanteerd: 

  • Disconteringsvoet: 5,03% gebaseerd op de rentevoet waarmee toekomstige cashflows worden teruggerekend naar hun huidige waarde.
  • Gemiddelde salarisstijging 5,5%.

De voorziening verzuim is gevormd ter dekking van het risico van twee jaren loondoorbetaling bij langdurig verzuim. Dit betreft het loon in het eerste ziektejaar, 70% doorbetaling in het tweede ziektejaar en een mogelijke transitievergoeding. Van de voorziening op balansdatum heeft € 554.000 betrekking op een periode korter dan 1 jaar en is € 21.000 langlopend.

7. Langlopende schulden

De specificatie is als volgt: 31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000 € 1.000
     
Schulden aan kredietinstellingen 17.907 19.719
     
Totaal langlopende schulden 17.907 19.719
     
     
Het verloop is als volgt weer te geven:    
     
Stand per 1 januari 19.719 21.531
Bij: nieuwe leningen 4.847 0
Af: aflossing leningen 2.000 1.812
     
Stand per 31 december 22.566 19.719
     
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.962 1.812
     
Stand langlopende schulden per 31 december 20.604 17.907
     
     
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:    
     
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr) 1.962 1.812
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr) 20.604 17.907
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 12.594 9.933

De verstrekte zekerheden voor de opgenomen leningen bij de Rabobank en WfZ luiden als volgt:
* hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen. 

De reële waarde van de leningen bedraagt circa € 22,6 miljoen.
De aflossingsverplichtingen voor het komende jaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

Als gestelde zekerheid voor verstrekte financiering door het WfZ en de Rabobank is aan hen een hypotheekrecht van € 70 mln. verstrekt op de registergoederen van Vanboeijen. De financiële convenanten worden elk boekjaar getoetst aan de hand van de jaarrekening van stichting Vanboeijen per 31 december van lopend boekjaar. 
Met de Rabobank zijn de volgende ratio's afgesproken:
1. Solvabiliteit (verhouding eigen vermogen op het balanstotaal): minimaal 25,0%. Vanboeijen heeft voor 2024 een solvabiliteit van 32%.
2. Debt Service Coverage Ratio (betalingscapaciteit ten opzichte van de financiële verplichtingen) minimaal 1,20. De DSCR is voor 2024: 4,44.

8. Kortlopende schulden

De specificatie is als volgt: 31-dec-24 31-dec-23
  € 1.000  € 1.000 
     
Crediteuren 1.756 1.950
Aflossingsverplichtingen komend boekjaar van langlopende leningen 1.962 1.812
Schulden aan kredietinstellingen 499 4.847
Belastingen en sociale premies 3.746 3.754
Te betalen pensioenpremies 1.897 1.745
Te betalen salarissen 631 611
Vakantiegeld 2.671 2.579
Vakantiedagen 2.210 2.220
Balansverlof 6.277 6.073
Rekening courant ouderinitiatieven 0 71
Rekening courant De Zijlen 83 80
Rekening courant Vrienden van Vanboeijen 5 0
Vooruitontvangen bedragen 1.524 1.647
Fonds pastoraal centrum 307 308
Nog te betalen kosten 1.851 1.317
     
Totaal kortlopende schulden 25.419 29.014

Onder de overlopende passiva zijn posten begrepen met een vermoedelijke resterende looptijd langer dan één jaar, namelijk vakantiedagen, balansverlof en de schuld aan kredietinstelling. 

De boekwaarde van de kortlopende schulden benadert de reële waarde daarvan, gegeven de korte looptijd van de opgenomen posten. Over de rekeningcourantverhoudingen wordt geen rente berekend. Uit een in 2021 en 2022 ontvangen nalatenschap is het fonds pastoraal centrum gevormd. Er zijn afspraken gemaakt over de aanwending hiervan. 

Vooruit ontvangen bedragen bestaat uit ontvangen gelden (€ 165.000) voor duurzaamheidinvesteringen die in 2025 gaan plaatsvinden. Daarnaast is in 2023 een bedrag (€ 1.159.000) ontvangen voor tijdelijke tegemoetkoming blokverwarming, waarbij onderzocht wordt of Vanboeijen hier aanspraak op kan maken. Onder de nog te betalen kosten zijn opgenomen de nagekomen facturen over 2024, accountantskosten en heffingen 2024. 

Toelichting risico's van financiële instrumenten

Algemeen 
Vanboeijen maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan kredietrisico, renterisico, kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico's te beheersen hanteert de RvB richtlijnen in de vorm van een treasurystatuut. Daarnaast is een meerjaren liquiditeits- en investeringsbegroting aanwezig welke is vastgesteld door de RvB en goedgekeurd door de RvT. Er is een treasurycommissie in werking om verdere uitvoering te geven aan het treasurybeleid.

Kredietrisico
Vanboeijen loopt kredietrisico over de vorderingen van die uitstaan op balansdatum. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door een actief debiteurenbeleid. Voor het afdekken van het kredietrisico is een voorziening opgenomen, die in aftrek is gebracht op de debiteuren. De stichting loopt kredietrisico over handels- en overige vorderingen en onderhanden werk voor in totaal € 2,1 mln. Het kredietrisico is voornamelijk geconcentreerd bij een andere zorginstelling. De hoogste vordering bedraagt € 741.000 en is reeds voldaan. 

Rente- en kasstroomrisico
Het beleid van de stichting is om haar financieringen volledig aan te trekken met vastrentende leningen, derhalve loopt de stichting geen renterisico over deze financiering. De stichting loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. De stichting loopt met betrekking tot vastrentende leningen een reële waarde risico.

De stichting loopt renterisico over de rentedragende schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Het treasurybeleid van de stichting is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van risico’s zoals het debiteurenrisico, het renterisico en het financieringsrisico. Het renterisico is beperkt tot de opgenomen leningen. Ultimo 2024 heeft Stichting Vanboeijen 12 langlopende leningen bij de Rabobank, BNG bank, NWB bank en Nationale Nederlanden van totaal € 22,6 mln. De interest van de leningen lopen uiteen van 0,01% tot 6,45% per jaar. In paragraaf 4.5.5. is een overzicht opgenomen van alle langlopende leningen met bijbehorende interestpercentages.

Liquiditeitsrisico
De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de stichting te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft zodat de stichting steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen.

Mitigerende maatregelen
Er is een treasurystatuut waarin de beheersmaatregelen zijn verwoord, namelijk:

  • het tijdelijk uitlenen van overtollige liquide middelen aan derden vereist een besluit van de RvB.
  • voor het uitzetten van overtollige liquiditeiten wordt slechts zaken gedaan met banken of instituties die beschikken over een A-plusrating in producten die beschikken over een hoofdsomgarantie.
  • overtollige liquiditeiten worden gespreid over meerdere partijen.
  • de debiteurenpositie wordt nauwgezet gevolgd en bij overschrijding van de betalingstermijn worden passende incassomaatregelen genomen.

Toelichting op de reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

Als gevolg van materiële controles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van materiële controles zijn vooralsnog onzeker, maar de inschatting is dat het financieel effect hiervan beperkt is. Vanboeijen heeft op basis van een risicoanalyse een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende risico's en verplichtingen. Daarbij is rekening gehouden met uitkomsten van interne en externe controles.

Waarborgfonds voor de zorgsector
De zorginstelling heeft in het kader van het WfZ-deelnemerschap een obligoverplichting richting het WfZ. Dit houdt in dat indien het eigen vermogen van het WfZ onvoldoende zou blijken om aan de garantieverplichtingen te voldoen en WfZ wordt aangesproken op zijn garantieverplichtingen, WfZ een beroep kan doen op financiële hulp van de deelnemers. Deze hulp wordt in dat geval geboden in de vorm van renteloze leningen aan het WfZ. De omvang van het obligo bedraagt maximaal 3% van de restantschuld van de geborgde leningen van de deelnemer. De omvang van dit obligo bedraagt ultimo 2024 € 0,5 mln.

Kredietfaciliteit
Ten behoeve van werkkapitaal heeft Vanboeijen een kredietfaciliteit bij de Rabobank. Dit betreft werkkapitaalfaciliteit tot wederopzegging, in de vorm van een rekening-courantfaciliteit. De kredietlimiet bedraagt € 4 mln. en staat ter vrije beschikking.

4.5.3 Niet in balans opgenomen activa en verplichtingen

Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van operationele leasing. De operationele leasing bestaat uit huurverplichtingen en verplichtingen inzake lease-auto's. De operationele leasekosten worden lineair over de leaseperiode in de winst- en verliesrekening verwerkt. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd:

Lease en huur  
  € 1.000 
   
Kortlopend deel ( < 1 jaar) 3.148
Langlopend deel ( > 1 jaar < 5 jaar) 8.167
Langlopend deel ( > 5 jaar) 2.949
  14.264

Het bedrag van huur- en leasebetalingen dat is verwerkt als last in 2024, bedraagt € 3,11 mln. (2023: € 3,15 mln.). 

Er zijn langlopende verplichtingen met enkele leveranciers aangegaan. De verplichting bedraagt:

Overige verplichtingen  
  € 1.000 
   
Kortlopend deel ( < 1 jaar) 4.265
Langlopend deel ( > 1 jaar < 5 jaar) 4.053
Langlopend deel ( > 5 jaar) 0
  8.318

Onzekerheden te verwachten kosten

Op 29 juli 2024 heeft het Europese Hof een uitspraak gedaan met betrekking tot de overwerkvergoeding voor medewerkers die in deeltijd werken. De uitspraak kan gevolgen hebben voor de wijze waarop overuren worden beloond en zou mogelijk kunnen leiden tot een nabetaling met terugwerkende kracht voor deeltijdwerkers.

Op dit moment wordt onderzocht of en in hoeverre deze uitspraak van het Europese Hof van toepassing is op de zorgsector en op de verschillende (al dan niet algemeen verbindend verklaarde) Cao’s die in de zorg worden gebruikt, en welke financiële impact dit met zich mee kan brengen. Er zijn ten aanzien van de uitspraak van het Europese Hof nog veel vragen en onzekerheden, onder andere over een eenduidig te maken onderscheid tussen voltijdwerkers en deeltijdwerkers, over welke periode met terugwerkende kracht deze uitspraak van toepassing zou zijn, over het effect van de in veel Cao’s c.q. zorgorganisaties toegepaste jaarurensystematiek en over de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de benodigde onderliggende data. De mogelijke verplichtingen die voortvloeien uit de uitspraak van het Europese Hof zijn als gevolg van deze vragen en onzekerheden op dit moment nog niet met voldoende zekerheid vast te stellen. Daarom zijn deze niet in de balans opgenomen. Wij volgen de ontwikkelingen nauwgezet en zullen, indien noodzakelijk, in toekomstige verslagperiodes nadere informatie verstrekken over de mogelijke financiële consequenties.

Onzekerheden opbrengstverantwoording

Als gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuele materiële nacontroles zijn vooralsnog onzeker en daarom zijn er hiervoor geen verplichtingen opgenomen in de balans.

4.5.4 Mutatieoverzicht vaste activa

Mutatieoverzicht materiele vaste activa

  1) 2) 3) 4) 5) Totaal
bedragen x € 1.000            
             
Aanschafwaarde 75.054 16.082 11.461 1.396 254 104.248
Cumulatieve afschrijvingen -33.179 -9.727 -6.710 0 0 -49.616
Boekwaarde per 1 januari 2024 41.875 6.356 4.751 1.396 254 54.632
             
Investeringen in lopende jaar            
Investeringen 0 0 1.000 3.714 0 4.714
Afschrijvingen -3.133 -1.109 -1.390 0 0 -5.635
Bijzondere waardervermindering 0 0 0 0 0 0
Overige mutaties 1.963 1.025 61 -3.020 0 29
             
Terugname geheel afgeschreven activa            
Aanschafwaarde -745 -4.860 -3.449 0 0 -9.055
Cumulatieve afschrijvingen 745 4.860 3.446 0 0 9.052
             
Desinvesteringen            
Aanschafwaarde -210 -9 -79 0 0 -298
Cumulatieve afschrijvingen 129 2 30 0 0 160
Mutaties in boekwaarde 2024 -1.251 -92 -382 694 0 -1.033
             
Aanschafwaarde 76.061 12.237 8.994 2.091 254 99.638
Cumulatieve afschrijvingen -35.437 -5.974 -4.625 0 0 -46.037
Boekwaarde per 31 december 2024 40.624 6.263 4.369 2.091 254 53.601
Afschrijvingspercentage 2024 0% -12,5% 6,67 - 20% 10% - 33,3% 0% 0%  
1) Bedrijfsgebouwen en terreinen
2) Installaties
3) Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
4) Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering
5) Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa

4.5.5 Overzicht langlopende schulden

Overzicht langlopende schulden ultimo 2024

Leninggever Afsluit-datum Hoofdsom Looptijd Soort lening Zekerheden Rente Restschuld 31-12-2023
bedragen x € 1.000   jaren     %
               
BNG bank 16/01/2006  728   19  Banklening Borging WfZ 6,45% 38
BNG bank 19/08/2010  6.747   23  Banklening Borging WfZ 1,76% 2.640
BNG bank 25/07/2011  680   17  Banklening Borging WfZ 2,50% 200
BNG bank 12/12/2011  3.006   27  Banklening Borging WfZ 1,42% 1.588
BNG bank 30/11/2015  5.000   25  Banklening Borging WfZ 1,74% 3.400
Goldman Sachs Asset Management 12/12/2011  6.293   25  Banklening Borging WfZ 3,91% 3.272
Goldman Sachs Asset Management 08/07/2013  3.700   20  Banklening Borging WfZ 2,87% 1.850
Goldman Sachs Asset Management 26/01/2015  5.000   25  Banklening Borging WfZ 1,37% 3.400
NWB bank 16/09/2010  3.233   19  Banklening Borging WfZ 0,01% 851
Rabobank 31/12/2018  2.320   10  Banklening geen 2,70% 1.600
Rabobank 31/12/2018  1.280   10  Banklening geen 2,70% 880
Rabobank 08/02/2024  1.696   7  Banklening geen 4,55% 0
Rabobank 08/02/2024  3.151   7  Banklening geen 4,55% 0
Totaal   42.835         19.720
Leninggever Nieuw in 2024 Aflossing 2024 Restschuld 31-12-2024 Restschuld over 5 jaar Resterende looptijd Wijze aflossing Aflossing 2025
  jaren  
               
BNG bank 0 38 0 0 0 lineair 0
BNG bank 0 293 2.347 880 8 lineair 293
BNG bank 0 40 160 0 4 lineair 40
BNG bank 0 113 1.475 908 13 lineair 113
BNG bank 0 200 3.200 2.200 16 lineair 200
Goldman Sachs Asset Management 0 252 3.020 1.762 12 lineair 252
Goldman Sachs Asset Management 0 185 1.665 740 9 lineair 185
Goldman Sachs Asset Management 0 200 3.200 2.200 16 lineair 200
NWB bank 0 170 681 0 4 lineair 170
Rabobank 0 320 1.280 0 3 variabel 320
Rabobank 0 0 880 0 3 variabel 0
Rabobank 1.696 189 1.507 754 5 variabel 188
Rabobank 3.151 0 3.151 3.151 5 variabel 0
Totaal 4.847 2.000 22.567 12.595     1.962

4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening

4.6.1 Bedrijfsopbrengsten

9. Opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
Wet langdurige zorg    
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten WLZ-zorg  114.926   109.832 
Subtotaal  114.926   109.832 
     
Zorgverzekeringswet    
Opbrengsten zorgverzekeringswet  7   8 
Subtotaal  7   8 
     
Subsidie op grond van een regeling als bedoeld in de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de Wet langdurig zorg    
Rijkssubsidies van het Ministerie van VWS  570   495 
Subsidie corona banen  -11 
Vergoeding innovatie kwaliteitsverpleegkundigen  424   397 
Overige subsidies  365   189 
Subtotaal  1.359   1.070 
     
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg    
Beschikbaarheidsbijdragen medische vervolgopleidingen  25   99 
Subtotaal  25   99 
     
Opbrengsten uit onderaanneming    
Zorgprestaties tussen instellingen  862   150 
Subtotaal  862   150 
     
Totaal opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening  117.179   111.159 

De Rijkssubsidies betreffen het Stagefonds (€ 227.000) en Praktijkleren (€ 317.000). 

10. Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
Opbrengsten uit Gemeentelijk domein    
Jeugdwet  114   6 
Wet maatschappelijke ondersteuning  89   136 
Subtotaal  203   142 
     
Persoonsgebonden budgetten  2.620   2.426 
Eigen bijdragen cliënten  340   243 
Overige zorgprestaties  627   674 
Subtotaal  3.587   3.343 
     
Totaal overige opbrengsten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening  3.790   3.485 

De opbrengsten Jeugdwet zijn gestegen ten opzichte van 2023 door enkele individuele overeenkomsten.

11. Overige bedrijfsopbrengsten

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Opbrengst werk & dagbesteding 295  309 
Overige opbrengsten 2.123  991 
     
Totaal overige opbrengsten 2.418  1.300 

De overige opbrengsten betreffen onder meer de verkoop van locatie Sparrenlaan € 1.303.000 en de huuropbrengst van de eigendomspanden. De overige bedrijfsopbrengsten 2023  bevatten een herclassificatie van de huuropbrengsten (566K).

4.6.2 Lasten

12. Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Personeel niet in loondienst 5.652  11.047 
Kosten uitbesteding onderaannemers 250  179 
     
Totaal kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 5.902  11.226 

13. Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Lonen en salarissen 64.179  60.273 
Sociale lasten 11.034  10.272 
Pensioenpremies 5.718  5.096 
     
Totaal lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten 80.931  75.641 
     
Gemiddeld aantal personeelsleden in FTE's in boekjaar (excl. stagiaires) 1.220  1.228 

Conform het onderhandelingsresultaat van de CAO 2023-2024 is tweemaal een salarisverhoging van 2% (juni en december 2024) doorgevoerd. 

14. Afschrijvingen vaste activa

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Afschrijvingslasten materiële vaste activa 5.635  5.836 
     
Totaal afschrijvingen 5.635  5.836 

15. Overige bedrijfskosten

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.100  6.733 
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.403  2.430 
Andere personeelskosten 3.268  2.961 
Algemene kosten 5.099  5.060 
     
Onderhoud en energiekosten:    
- Onderhoud 2.468  2.774 
- Energiekosten gas 1.377  1.440 
- Energiekosten stroom 1.459  1.646 
- Energie overig 107  75 
Subtotaal 5.411  5.935 
     
Huur en leasing 2.753  2.683 
Dotatie en vrijval voorzieningen 112  -96 
     
Totaal overige bedrijfskosten 26.146 25.707

16. Rentelasten en soortgelijke kosten

De specificatie is als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Rentelasten langlopende leningen 625  467 
Overige rentebaten -106  5 
     
Totaal financiële baten en lasten 519  472 

4.6.3 Overig

Honoraria accountant

De honoraria van accountants zijn als volgt: 2024 2023
  € 1.000 € 1.000
     
Controle van de jaarrekening (incl. nacalculatie) 175  170 
Overige controlewerkzaamheden (w.o. regeling AO/IC) 15  18 
Fiscale advisering 0
Niet-controlediensten (w.o. IT audit, WOZ) 26  18 
     
Totaal honoraria accountant 216  206 

De honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening zijn gebaseerd op het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft en inclusief btw, ongeacht of de werkzaamheden door de accountant reeds gedurende dat boekjaar zijn verricht.

Transacties met verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting en een natuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met de stichting. Dit betreffen onder meer de relaties tussen de stichting en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Onder transacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of er een bedrag in rekening is gebracht.

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders die in het kader van de WNT verantwoord worden, is op de volgende bladzijde opgenomen.

Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum bekend welke ingrijpende financiële gevolgen hebben voor de stichting en voor verwerking of toelichting in de jaarrekening 2024 in aanmerking komen.

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

De bezoldigingsklasse is door de RvT vastgesteld op klasse IV met 10 punten. De bezoldiging van de leden van de RvB (en overige topfunctionarissen) over het jaar 2024 is als volgt:

  Y. Tewelde J. Dusseljee
Functiegegevens Voorzitter RvB Lid RvB
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0 1,0
Dienstbetrekking? ja ja
Bezoldiging    
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 193.595 187.173
Beloningen betaalbaar op termijn 16.125 16.127
Subtotaal 209.720 203.300
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 214.000 214.000
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag 0 0
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t. n.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t.
Bezoldiging 2024 209.720 203.300
     
Gegevens 2023    
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0 1,0
Dienstbetrekking? ja ja
     
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 185.808 179.655
Beloningen betaalbaar op termijn 15.092 15.095
Subtotaal 200.900 194.750
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 205.000 205.000
Bezoldiging 2023 200.900 194.750

De bezoldiging van de leden van de RvT over het jaar 2024 is als volgt:

  J. Schaart L. Kater H.F. Schoep E.J. Finnema B.N. Goeree E. van Reijmersdal
Functiegegevens voorzitter RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1/1 - 31/12 1/1 - 31/3 1/1 - 30/4 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/5
Bezoldiging            
Bezoldiging 2024 23.540 3.745 4.783 14.980 14.980 6.242
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 32.100 5.335 7.094 21.400 21.400 8.912
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag 0 0 0 0 0 0
Bezoldiging 2024 23.540 3.745 4.783 14.980 14.980 6.242
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
             
Gegevens 2023            
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12 1/1 - 30/4 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/5 - 31/12 1/5 - 31/12
Totale bezoldiging 2023 14.350 4.783 14.350 14.350 9.567 9.567
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 20.500 6.740 20.500 20.500 13.760 13.760
  A.G. van Kalsbeek W. van de Pol M.E. van der Maas
Functiegegevens lid RvT lid RvT lid RvT
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1/6 - 31/12 1/6 - 31/12 1/10 - 31/12
Bezoldiging      
Bezoldiging 2024 8.738  8.738   3.745 
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 12.547  12.547   5.394 
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag 0 0 0
Bezoldiging 2024 8.738 8.738 3.745
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t. n.v.t.
       
  J.S. Reinders L. Kater E.H.J. Uitentuis
Gegevens 2023 voorzitter RvT voorzitter RvT lid RvT
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 30/4 1/5 - 31/12 1/1 - 30/4
Bezoldiging 2023 7.517 15.033 4.783
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 10.110 20.640 6.740

Onkostenvergoedingen raad van bestuur

De onkostenvergoedingen betreffen vergoedingen met een betaaldatum in boekjaar 2024.

Vergoeding van onkosten 2024 Y. Tewelde J. Dusseljee
Onkostenvergoedingen, waaronder verzekeringen 2.103 2.103
Lease- en gebruikskosten auto van de zaak 17.175 13.925
Binnenlandse en buitenlandse reiskosten 0 0
Opleidingskosten en lidmaatschappen 1.004 4.592
Representatiekosten en overige kosten 0 27
  20.282 20.647

Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De raad van bestuur van Stichting Vanboeijen, statutair gevestigd te Assen, heeft de jaarrekening 2024 vastgesteld. De raad van toezicht van de Stichting Vanboeijen heeft de jaarrekening 2024 goedgekeurd in de vergadering van 15 april 2025.

         
         
         
         
         
Y. Tewelde MScBA     J. Dusseljee RA  
Voorzitter raad van bestuur     Lid raad van bestuur  
         
         
         
         
         
         
Drs. W. Van de Pol     Drs. A.G. van Kalsbeek MCM  
Voorzitter raad van toezicht     Vice-voorzitter raad van toezicht  
         
         
         
         
         
         
ir. B.N. Goeree RC     Prof. dr. E.J. Finnema  
Lid raad van toezicht     Lid raad van toezicht  
         
         
         
         
         
         
M.E. van der Maas MSc        
Lid raad van toezicht        

Versie: v8.2.40

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report