Vanboeijen Manier
De Vanboeijen Manier is onze manier om vorm en inhoud te geven aan persoonsgerichte zorg. We sluiten aan bij de behoeften van bewoners en cliënten, bouwen aan relaties en competenties en werken in de driehoek van bewoners en cliënten, ouders en verwanten en (persoonlijk) begeleiders. De Vanboeijen Manier geeft richting aan ondersteuning en begeleiding binnen Vanboeijen. Aan hoe wij werken aan kwaliteit van bestaan. Een goed leven voor iedere bewoner en cliënt.
In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot persoonsgerichte zorg gepresenteerd.
Het verhaal van Hilke
Een nieuw hoofdstuk
Hilke (29) en haar persoonlijk begeleider Wendy en haar ouders, Chris en Marlène. Hilke vertelt: ‘’Ik houd van muziek luisteren, fietsen en diamond painting. En ik heb een kat.’’ Verder gaat ze graag naar de bioscoop en past ze op haar neefje.
Hilke heeft een eigen appartement. Ze ontvangt daar twee keer per week begeleiding van Vanboeijen. Naast gesprekken voeren, helpt de begeleiding in huis. Ze koken en eten samen. Zo eet ze met Wendy soms sushi. Hilke werkt bij de Servicegroep: ‘’Ik help daar de begeleiding.’’
Dossierkasten
Het accepteren van een beperking is een proces. Zo ook voor Hilke. ‘’Wat leeftijdsgenoten kunnen, is voor mij niet vanzelfsprekend. Ik wil ook wel eens zonder mijn ouders op vakantie. Mijn beperking is niet te zien. Ik word overschat. Ook omdat ik doe wat mij gevraagd wordt. Totdat het te veel wordt.’’
Hilke beschrijft haar hoofd als een kantoor. Ze vertelt: ‘’Er staan allemaal dossierkasten. Als ik gespannen ben, vliegen de laden open. Alle inhoud door elkaar. Dan moet er opnieuw worden geordend.’’ Afgelopen jaar heeft Hilke hierover verteld in het teamoverleg. Waardevolle informatie volgens Wendy: ‘’Wees altijd eerlijk en zo concreet mogelijk. Dat is de kern.’’
Terug naar de basis
Eind 2020 gaat het mis. Wendy is een periode afwezig. De besmettingen komen dichtbij. Chris en Marlène moeten in quarantaine. Hilke kan niet meer op hen terugvallen. Begeleiders hebben onvoldoende zicht op haar. Hilke’s zus trekt na een bezoek aan de bel. Hilke: ‘’Ze zag dat het niet goed met mij ging.’’ Het team moet weer terug naar de basis. Wie is Hilke? Welke ondersteuning heeft ze nodig? Welke signalen mogen we niet missen? Vragen om samen met Hilke en haar ouders te beantwoorden.
Chris: ‘’Doordat de fouten zijn erkend konden we verder met elkaar. Het contact is intensiever. Ook als er geen concrete hulpvragen zijn. Dat geeft Marlène als moeder vertrouwen: “Ik kan een stapje achteruit doen. Zo gaan begeleiders nu mee naar de psycholoog. Dat geeft Hilke de vrijheid over dingen te praten.’’ Marlène grinnikt. ‘’Over haar moeder bijvoorbeeld. Ik hoef niet alles te weten. Hilke is volwassen.’’
‘’Door die gebeurtenis besef ik me hoe belangrijk jullie voor me zijn. Als jullie wegvallen heb ik een probleem.’’ Hilke heeft daarom besloten naar een woonlocatie van Vanboeijen te willen verhuizen. Daar zijn begeleiders altijd dichtbij. Ze staat voor honderd procent achter haar keuze. ‘’Ik ben klaar voor een nieuw hoofdstuk.’’
De Vanboeijen Manier en de zorgprogramma's
De Vanboeijen Manier zichtbaar, voelbaar, merkbaar. Op alle locaties en afdelingen binnen Vanboeijen. Dat is ons doel. Want zo zijn we een organisatie waarin de wensen en behoeften van de bewoner en cliënt centraal staan, overal en altijd. Afgelopen jaren hebben we hierin stappen gezet. Niet zoveel als we hadden gewild. De coronaperiode heeft hierin een belemmerende rol gespeeld. En ook wisselingen in de ondersteunende driehoek van zorgmanagers en gedragsdeskundigen zijn van invloed op het doorleven en voorleven van de Vanboeijen Manier in teams. Het ene team is hierdoor verder dan de andere. We bouwen door en houden koers.
De Vanboeijen Manier wordt voor elke doelgroep doorvertaald in een zorgprogramma. Zo kunnen we zo goed mogelijk aansluiten bij de ondersteuningsvragen van elke doelgroep en elk individu. Eind 2021 zijn de zorgprogramma’s vastgesteld en in 2022 wordt de praktische vertaling ervan verder vormgegeven.
Reflecties
Wat merkt de bewoner of cliënt van het werken met de Vanboeijen Manier? Ik ken een bewoner voor wie die vraag heel makkelijk te beantwoorden is. De vijf dagen die hij nu per week werkt, lag hij eerder op de bank.
Collega’s zijn zich meer bewust van het kunnen en aankunnen van de bewoner of cliënt. We ondersteunen zoveel als nodig. Wat dat is, verschilt per moment. Voorheen corrigeerden ze bijvoorbeeld hun collega als die een bewoner hielp met de afwas, want de bewoner zou het zelf moeten kunnen. Nu vertrouwen ze erop dat de collega doet wat nodig is.
In sommige persoonlijk plannen is het verleden nog prominent aanwezig. Daar moeten we niet op varen. Het zegt niets over wie de bewoner of cliënt vandaag is. We moeten elke dag onderzoeken: welke ondersteuningsvragen heb je op dit moment?
Ouder worden bij Vanboeijen
Eén van de doelgroepen binnen Vanboeijen is de doelgroep ouderen. Een steeds groter wordende groep. Een doelgroep met al een heel leven achter zich. Een leven met mooie en minder mooie ervaringen. Deze ervaringen willen we waarderen en benutten. Ze zijn de basis voor goede ondersteuning en begeleiding, met respect voor ieders eigenheid en leven.
De bewonersraad heeft met bewoners en cliënten gesproken over ouder worden. Hieronder staan de vragen en opmerkingen die bewoners hierover hebben.
- Kan ik nog blijven werken? Mag ik met pensioen?
- Worden er leuke dingen geregeld voor alleen ouderen? Zoals een bingo, boottocht, soos. Nu is alles vaak in de avond, dan ben ik moe. Kan ik ergens koffie drinken en anderen ontmoeten overdag?
- Kan ik blijven wonen waar ik nu woon? Waar kan ik anders heen? Is er een bejaardentehuis van Vanboeijen? Wordt mijn huis aangepast als ik dat nodig heb?
- Wanneer ben ik oud? Als mijn lichaam het niet meer doet? Vanaf 80 jaar, ben ik dan oud? Ik ben bang.
- Ik ben veel alleen. Ik krijg weinig bezoek. Iedereen om mij heen wordt oud.
Ouder worden gaat samen met veranderende ondersteunings- en begeleidingsvragen. De start van de ouderdomsverschijnselen hangt samen met de leeftijd in combinatie met de mate van de verstandelijke beperking. Het is belangrijk om tijdig toekomstige scenario’s te bespreken: Wat is er nodig voor een goed leven? Welke ondersteuning en begeleiding is er in de toekomst nodig? Kunnen we die op deze locatie bieden? Beschikken we over de benodigde middelen en competenties? Door hierover in gesprek te gaan, zijn we voorbereid op wat komen gaat. Dat doen we in de driehoek.
Zorgen tot de laatste dag
Bij kwaliteit van leven hoort kwaliteit van sterven. We willen bewoners goede zorg bieden tot de laatste dag. Thuis, in de eigen vertrouwde omgeving.
Dat vraagt om (multidisciplinaire) samenwerking. De bewoner, ouders en verwanten, medewerkers, geestelijke verzorging, disciplines van de (para)medische dienst, ieder heeft zijn eigen rol. Zo komen de verpleegkundigen elke vier uur en waar nodig vaker bij de bewoner wanneer deze stervende is. Sinds twee jaar is er in de nacht ook een verpleegkundige beschikbaar. Op basis van signalen van pijn of ongemak wordt gehandeld. De bewoner het zo comfortabel mogelijk maken, dat is het doel. Omdat begeleiders de bewoner goed kennen, spelen zij een cruciale rol in oppikken van deze signalen.
Sinds december heeft Vanboeijen beschikking over een medicatiepomp waardoor de bewoner of cliënt een constante afgifte van medicatie krijgt. Dat zorgt voor meer rust en draagt bij aan kwaliteit van sterven.
Elk stervensproces is anders en kent zijn eigen vraagstukken. Begeleiders spelen een grote rol in het zorgen tot de laatste dag. Daarom organiseert de medische dienst scholingen rondom palliatieve zorg voor begeleiders. Waarbij aandacht is voor de praktische en emotionele kant. Het gesprek aangaan, met eigen collega’s. Wat is nodig om palliatieve zorg te bieden? Welke praktische dingen moeten worden georganiseerd? Wat doet dit thema met een ieder? De verpleegkundigen zijn daarnaast 24 uur per dag beschikbaar voor ondersteuning van medewerkers. De scholingen kunnen worden ingezet als overlijden van een bewoner of cliënt nabij is.
Elk stervensproces heeft zijn eigen waardevolle momenten. Maar ook moeilijke, of dingen die we anders hadden willen zien. Samen met betrokkenen kijken we terug op het proces. Verwanten, arts en medewerkers.
Het verhaal van Klaassie
Eerbetoon
‘’Ik heb mij nooit geschaamd voor Klaassie. Ze was wie ze was.’’ Eind januari 2021 overlijdt Klaassie op 75 jarige leeftijd. Ze woont dan 63 jaar bij Vanboeijen. Samen met persoonlijk begeleider Janneke vertelt Albert over zijn zus. Over haar leven en haar sterven.
‘’Een ernstig meervoudige beperking. Mensen begrijpen meestal niet wat dat betekent,’’ vertelt Albert. Hij pakt hij een denkbeeldige lepel van tafel en brengt het naar zijn mond. ‘’Dat was alles wat Klaassie kon. Meer niet.’’
Klaassie was volledig hulpbehoevend. Elke dag werd ze op bed gewassen en aangekleed. Aan beide kanten van het bed één medewerker. ‘’Dan keuvelden we met elkaar,’’ vertelt Janneke. ‘’Met haar brabbeltjes had ze de grootste verhalen.’’ Albert vult haar aan: ‘’Klaassie had mensen nodig om zich heen. Ze moest haar verhaal kwijt.’’ Klaassie was volgens Janneke een tevreden mens, dat het kon 'uitkraaien van plezier'.
‘’Mensen als Klaassie houden mij puur’’, aldus Janneke. ‘‘Ze zorgen ervoor dat ik een beter mens word. Klaassie had geen verborgen agenda. Ze hield het leven simpel. Klaassie vond je leuk of niet. Ze hield van stamppot boerenkool of van stamppot zuurkool.’’
Laatste dagen
In januari 2021 raakt Klaassie besmet met corona. Een speciaal team verzorgt Klaassie op haar appartement. Volledig ingepakt. Schort. Handschoenen. Mondkapje. Spatbril. Albert en Janneke hebben in die periode elke dag contact.
Klaassie is die dagen niet meer aanspreekbaar. Ook lijfcontact is door de beschermende kleding niet mogelijk. Janneke blijft praten. Hopend dat Klaassie wat meekrijgt: ‘’Je wilt haar laten weten je er voor haar bent.’’
Op dag 11 verslechtert de situatie. Klaassie overlijdt. Albert komt in allerijl naar de woning om afscheid te nemen van zijn overleden zus. Hij heeft haar, vanwege corona, al 5 maanden niet gezien. Janneke: “Ik heb Albert moeten vertellen dat ook hij beschermende kleding aan moest.” Albert haakt in: ‘’Dat vond ik moeilijk. Hoe kan je afscheid nemen in zo’n pak? Hoe kan je je geliefde een knuffel geven?’’
Afscheid
Aan de uitvaart heeft Albert goede herinneringen. Twee begeleiders die het levensverhaal van Klaassie vertellen. Een dominee met een indrukwekkend verhaal. Een eerbetoon aan Klaassie’s leven. Albert: ‘’Ik ben een nuchter mens, maar op de begraafplaats sprongen de tranen in mijn ogen.’’ Geraakt, door de betrokkenheid van de begeleiders. Ook die van Janneke. Albert: ‘’Gewoon een mens die betrokken is bij een ander mens. En bij haar familie.’’
Werk en dagbesteding
Corona heeft in 2020 werk en dagbesteding op zijn kop gezet. Van de een op de andere dag moesten de werk- en dagbestedingslocaties de deuren sluiten en vond werk en dagbesteding op de woningen en in ‘bubbels’ plaats. Dat geldt ook voor 2021. Na de zomer sluiten bijna alle locaties opnieuw. Eind 2021 kijken we naar de stand van zaken:
- Bijna de helft van de bewoners krijgt in het najaar van 2021 werk en dagbesteding op de eigen woning.
- Voor het merendeel van deze bewoners (70 procent) is het aanbod volledig passend. Voor de overige bewoners wordt aangegeven dat de dagbesteding nog niet volledig aansluit bij hun behoefte. Zij hebben bijvoorbeeld behoefte aan andere mensen om zich heen, een andere omgeving, buiten zijn, etc. Bewoners voor wie het belangrijk is dat de wereld groter is dan de eigen woning.
We hebben geleerd van de ervaringen uit de eerste lockdown. Deze hebben gemaakt dat we bij de tweede sluiting werk- en dagbestedingslocaties meer en sneller maatwerk konden bieden. Bijvoorbeeld voor bewoners voor wie we in de eerste lockdown hadden gezien dat werk of dagbesteding op de woning een groot effect had op kwaliteit van bestaan. Op basis van multidisciplinaire samenwerking tussen de arts, gedragsdeskundige en sectormanager zijn beslissingen gemaakt: is het medisch verantwoord een uitzondering te maken voor bewoner zelf en voor zijn of haar medebewoners?
Werk en dagbesteding is in ons vizier. De centrale bewonersraad vindt het ook een belangrijk thema en heeft onderzoek gedaan naar wat bewoners en cliënten belangrijk vinden. Hun belangrijkste tips en vragen:
- Vraag bewoners en cliënten wat ze willen doen. Beslis niet voor ze, ga samen in gesprek.
- Bedenk mogelijkheden, bijvoorbeeld filmpjes, zodat bewoners en cliënten zelf kunnen kiezen
welk werk of welke dagbesteding ze willen. Vertel bewoners en cliënten wie kunnen helpen, bijvoorbeeld de jobcoaches. - Zorg dat er genoeg mogelijkheden zijn voor iedereen. Denk aan bewoners die ouder worden. Zij moeten ook naar de dagbesteding kunnen. Of een dag minder kunnen werken.
- Als je ouder wordt, mag je minder werken of met pensioen?
Naast leed en ongemakken heeft de coronaperiode heeft ook tot nieuwe inzichten geleid ten aanzien van de inrichting van werk en dagbesteding. Deze hebben de basis gevormd voor verschillende initiatieven in 2021. Zo zijn er teams van woonlocaties en werk en dagbesteding die intensiever samenwerken of zelfs zijn samengevoegd. Er zijn ook nieuwe werk- en dagbestedingsgroepen samengesteld op basis van een hernieuwde inventarisatie van de wensen en behoeften van bewoners en cliënten. Aansluitend daarop zijn ook nieuwe teams geformeerd, op basis van de talenten en wensen van medewerkers.
Begin 2022 is de geplande heropening van de werk- en dagbestedingslocaties. Alle locaties openen dan tegelijkertijd omdat we hebben gezien dat opening van locaties op verschillende momenten leidde tot onduidelijkheid voor bewoners en cliënten, ouders en verwanten. En tot organisatorische uitdagingen voor de medewerkers op de woonlocaties. Dat was een belangrijke lering uit 2021 en gaan we beter doen.
We hebben een proeftuin aan ervaringen. Komend jaar wordt werk en dagbesteding op basis van deze ervaringen verder geprofessionaliseerd. De adviezen van de bewonersraad nemen we hierin mee.
Reflecties
Voor een succeservaring is er een vertrouwensrelatie nodig tussen de bewoner of cliënt en medewerker. En het opbouwen van die relatie kost tijd. De ene collega kan daarom meer met een bewoner of cliënt doen dan een andere. Dat is niet erg. We willen elkaar helpen en slimme beslissingen maken: welke collega kan er het beste mee naar de tandarts als de bewoner of cliënt dat spannend vindt?
Een hoogtepunt voor mij als zorgmanager? Dat ik zie dat medewerkers zichzelf vanuit de Vanboeijen Manier een spiegel voorhouden. De verwezenlijking van de Vanboeijen Manier binnen teams gaat niet snel. Het kost tijd. Maar we komen er wel.
Fijn dat we een raamwerk van het werken in de driehoek hebben dat we kunnen inzetten als het bijvoorbeeld even niet makkelijk loopt met ouders en verwanten. We kunnen daardoor samen reflecteren: wat gebeurt er nu precies? Zitten we nog wel in de juiste hoek?
Onvrijwillige zorg
Ieder mens heeft het recht om in vrijheid te leven en eigen keuzes te maken. Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Soms moet deze vrijheid (tijdelijk) worden beperkt. Voor iemands eigen veiligheid of veiligheid van anderen om ernstig nadeel te voorkomen. Alleen als het echt niet anders kan wordt deze vorm van zorg – onvrijwillige zorg – verleend.
Minder onvrijwillige zorg is ons doel. Zoveel mogelijk eigen regie voor elke bewoner en cliënt. Hiermee sluit Vanboeijen aan bij het doel van de Wet Zorg en Dwang. De Vanboeijen Manier is hierin ons vliegwiel. Want het echt kennen van de bewoner of cliënt en het begrijpen van de behoeften die ten grondslag liggen aan gedrag geeft mogelijkheden op zoek te gaan naar andere oplossingen.
In 2021 hebben zorgmanagers en gedragsdeskundigen twee keer alle onvrijwillige zorg die op hun locaties wordt ingezet aan een kritische toetsing onderworpen. Welke onvrijwillige zorg wordt er geboden? In welke context? Hoe is er afgelopen half jaar aan afbouw van vrijwillige zorg gewerkt en waar wil je komend half jaar mee aan de slag? We zien dat er vaker wordt gezocht naar vrijwillige alternatieven of vormen van onvrijwillige zorg die voor bewoners en cliënten minder ingrijpend zijn. Daar zijn we blij mee.
Verder zijn we trots op:
- De forse verbeterslag die heeft plaatsgevonden ten aanzien het vastleggen van de onvrijwillige zorg.
- De intervisiebijeenkomsten en themabijeenkomsten die ondersteunen in het nadenken over maatregelen.
- De Wzd-functionarissen die zijn goed gepositioneerd en vindbaar zijn.
De reflecties op onvrijwillige zorg geven inzichten. Ze maken ook vraagstukken zichtbaar die van invloed zijn op de inzet van onvrijwillige zorg. Zoals personele bezetting. En wat als afbouw van onvrijwillige zorg voor ouders en verwanten moeilijk en spannend is? Inzichten die de kans bieden verder te leren en te ontwikkelen.
In 2022 gaan we verder op de ingeslagen weg. Wil je meer weten? We hebben dit jaar uitgebreid gereflecteerd op onvrijwillige zorg. In de bijlage lees je onze conclusies.
Het verhaal van Sebastian
Zo had het altijd al moeten zijn.
Als Trea in 2018 Sebastian (32) gaat begeleiden, waarschuwen collega’s haar. Sebastian zou gevaarlijk zijn, alles ‘kort en klein slaan’. Samen met moeder Ineke kijkt ze terug. Trea: ‘’Sebastian mag zijn wie hij is. Dat is het uitgangpunt.”
“Eerder vonden begeleiders het stoer om grip op Sebastian te hebben,” opent Ineke. “Of ze waren bang.” Hierdoor kreeg Sebastian weinig vrijheid, werd continu gecorrigeerd. Dat had volgens Trea invloed op zijn gedrag, hij werd opstandig en agressief. Sinds enkele jaren werkt een nieuw team met Sebastian. Er is geïnvesteerd in de beeldvorming. ‘’Je moet begrijpen wie Sebastian is. Wat hij nodig heeft. Op welk moment en waarom.’’
Radartjes
‘’Ik zie het peutertje in Sebastian,’’ vertelt Ineke. ‘Dat soms overal tegenin gaat en alles wilt ontdekken. Je moet hem afleiden. Even een klapspelletje. Grapje of dropje.’’ Trea vult haar aan: ‘’We zijn allemaal radartjes in zijn dag. Hoe luchtiger wij reageren, hoe makkelijker het voor Sebastian wordt. Hoe meer ruimte hij krijgt, hoe beter hij zich duidelijk kan maken. Geef hem je hand en hij neemt je mee. Naar de douchegel bijvoorbeeld. Om te vertellen dat die op is."
Ineke ziet dat het nu goed met Sebastian gaat. Hij is bijvoorbeeld flexibeler. "Hij vertrouwt zijn begeleiders, weet dat het goed komt.”
Van oor tot oor
Ook bij bezoeken aan de medische dienst. Een bezoek aan de tandarts ging eerder gepaard met fixaties, rustgevende medicatie. Nu niet meer. Ook gaat er maar een begeleider mee in plaats van vijf. Trea: "En een collega op afstand, voor de zekerheid." Sebastian krijgt ook hier ruimte. "Om uit de stoel te gaan en te lopen bijvoorbeeld.”
Een bezoek aan de fysiotherapeut ging afgelopen jaar niet in een keer goed. Gevolg: een bijtwond bij een collega. Ineke: ‘’Het ging al fout toen ik op zijn appartement verscheen. Op een andere dag dan normaal. Verwarrend.’’ Trea en Ineke veranderen de aanpak. Op naar een herkansing. Trea: “Ik heb Sebastian onderweg pas verteld dat Ineke er zou zijn.” De juiste informatie op het juiste moment. Dat werkt. Een geslaagde behandeling is het resultaat. Dat is gevierd met een bezoek aan een bekende fastfoodketen. Hamburger, beker cola. Een grote glimlach op het gezicht van Sebastian. Trea: “Zie je weer dat we alles moeten voorbereiden. Samen. Fijn om dat met Ineke te doen.”
Vorige week dezelfde glimlach. Sebastian bakt met Trea zijn eerste pannenkoeken. Als hij zijn pannenkoek omflipt, straalt hij. Van oor tot oor. Ineke: “Hij kan zoveel meer dan wij denken. Als hij maar de ruimte krijgt. Zo had het altijd al moeten zijn.”
Leren van incidenten
Het totaal aantal incidentmeldingen is in 2021 toegenomen met drie procent ten opzichte van 2020. Een lichte stijging, minder groot dan het jaar ervoor. De verdeling per meldcategorie is door de jaren heen stabiel. In deze paragraaf reflecteren we op de incidentmeldingen en het proces van leren en verbeteren.
De meeste incidenten betreffen agressie. Fysieke en verbale agressie. Medewerkers wordt gevraagd welke impact het incident op hen heeft. Bij bijna tien procent van de meldingen wordt een impactscore van acht of hoger gegeven. Dat vinden we veel.
Na een schokkende gebeurtenis is het collegiaal opvangteam (COT) beschikbaar voor begeleiding. In het collegiale opvangteam werken momenteel vijf medewerkers, die naast hun functie voor het COT ook één of meerdere andere functies binnen Vanboeijen hebben. Hierin schuilt hun kracht. Ze zijn bekend met het werk en de incidenten die kunnen plaatsvinden. Er is ruimte voor maximaal drie gesprekken. Meestal is dit voldoende. Indien er behoefte is aan meer nazorg of het een complexe situatie betreft wordt er doorverwezen naar professionele hulp.
We willen leren van incidenten. Zodat we kwaliteit van zorg kunnen verbeteren. Met zorgmanagers en gedragsdeskundigen hebben we op het leerproces gereflecteerd. Enkele inzichten en uitdagingen die hieruit kwamen:
- Meldingen geven een goed beeld van de ontwikkelingen op de locatie.
- Vaak wordt de oorzaak van een agressie-incident bij de cliënt gezocht; hoe verhoudt dat zich tot de Vanboeijen Manier?
- Het bespreken van incidenten tijdens een teamoverleg leidt vaak spontaan tot een intervisiemoment.
- Hoe kunnen we medewerkers uitdagen meer te reflecteren?
- Hoe kunnen we ervoor zorgen dat teams van elkaar kunnen leren?
We blijven teams ondersteunen in het leren van incidenten, bijvoorbeeld door hen te leren hoe incidentmeldingen te analyseren. Zodat op elke locatie incidentmeldingen worden gebruikt ten behoeve van kwaliteit en veiligheid.
Medicatieveiligheid
Afgelopen jaren heeft Vanboeijen fors ingezet op het vergroten van de medicatieveiligheid. Desondanks vinden we dat het aantal medicatie-incidenten onvoldoende afneemt. Het gaat dan met name om medicatie die niet wordt gegeven (zoals zalfjes) en medicatie die wel is gegeven maar niet is afgetekend. Oplettendheid en zorgvuldigheid spelen hierbij een rol.
Medicatieveiligheid heeft onze continue aandacht. In 2021 hebben we...
- ... de e-learning medicatieveiligheid afgestemd op de behoefte van medewerkers. Dit is gebeurd in co-creatie: de scholing is voor en door medewerkers doorontwikkeld.
- ... de geldigheidsduur van de medicatietoets teruggebracht van vijf naar drie jaar en afgesproken dat alle medewerkers elk jaar een opfriscursus volgen. Dat hebben we besloten naar aanleiding van een calamiteitenonderzoek in 2020.
- ... verder gebouwd op de inzet van kwaliteitsverpleegkundigen. De kwaliteitsverpleegkundige neemt taken niet over, zij coacht de collega's op locatie (onder andere in het veilig toedienen van medicijnen). Benieuwd wat dat oplevert? Lees hieronder de ervaringen van Swanehilde, Ineke, Margreta en Irene.
We blijven investeren in medicatieveiligheid. In 2022 worden alle woon- en dagbestedingslocaties getoetst op dit thema. Met de bevindingen in de hand gaan we op elke locatie concrete verbeterstappen zetten.
Het verhaal van Swanehilde, Ineke, Margreta en Irene
Innovatie in de gehandicaptenzorg: kwaliteitsverpleegkundigen
Swanehilde (54) is ernstig meervoudig gehandicapt en woont sinds haar elfde bij Vanboeijen. Volgens haar zus Ineke heeft Swanehilde vanwege haar beperkingen en kwetsbare gezondheid veel baat bij de kwaliteitsverpleegkundige die aan het agogisch team is toegevoegd. “Het hele team is alerter op lichamelijke klachten waardoor haar gezondheid nog beter in beeld is.”
Dat komt doordat de focus sindsdien niet meer alleen ligt op ‘gedrag’. Wanneer een bewoner bijvoorbeeld onrustig is, kijken kwaliteitsverpleegkundigen mee of daar misschien iets medisch aan ten grondslag ligt. Een infectie bijvoorbeeld. Zorgmanager Irene: “In de ouderenzorg zijn kwaliteitsverpleegkundigen heel gewoon. In de verstandelijk gehandicaptensector niet. Terwijl ook bewoners en cliënten ouder worden. Daarom alleen al zullen ze meer verpleegkundige en medische zorg nodig gaan hebben.” Het was op Irenes initiatief dat Vanboeijen de ‘kwaliteitsverpleegkundige’ introduceerde. Met financiële ondersteuning van de Nza mag de organisatie drie jaar lang onderzoeken of de kwaliteit van zorg substantieel verbetert.
Een vak apart
Inmiddels werken er twaalf kwaliteitsverpleegkundigen bij Vanboeijen. Eén van hen is Margreta. “We zijn allemaal medisch onderlegd”, vertelt ze. “Je moet echter ook collega’s kunnen coachen, klinisch kunnen redeneren en innovaties willen omarmen als ze bewoners, cliënten en zorgverlening ten goede komen. Het is geen kunstje, het is echt een vak apart.” Zelf is ze vaak in de teams te vinden, bijvoorbeeld tijdens de dagelijkse dagstart. “Dan nemen we bijzonderheden door. En we kijken of we de begeleiding ergens bij kunnen helpen.” Ook werken de kwaliteitsverpleegkundigen mee aan het opstellen van instructies voor medicijntoedieningslijsten, starten ze met het gebruiken van slim incontinentiemateriaal en stellen ze richtlijnen op over afvallen en aankomen “omdat de lichamen van mensen met een verstandelijke beperking vaak anders werken dan ‘standaard’.”
Bekwame teams
Ineke heeft het idee dat er sinds de komst van de kwaliteitsverpleegkundigen meer wordt opgemerkt bij Swanehilde. “Op het moment dat de begeleiding bijvoorbeeld een verandering opmerkt in haar lichaamshouding geeft de kwaliteitsverpleegkundige advies over wat te doen. De begeleiders hoeven dan niet meteen met haar naar de dokter. Dat scheelt veel inspanning en energie.” Het geeft Ineke vertrouwen, rust en het gevoel dat alles onder controle is. Die controle is niet alleen op het conto van de kwaliteitsverpleegkundigen te schrijven. Irene: “Ik merk dat alle collega’s in de teams zich dankzij de ondersteuning bekwamer voelen. Dat is in het licht van kwaliteitsverbetering een fijn resultaat.”
Bescherming in de coronaperiode
De medische dienst heeft in 2021 met man en macht gewerkt om alles rond te krijgen voor de vaccinaties van de bewoners. Ook collega’s van de ondersteunende diensten hebben geholpen. In december hebben bewoners en cliënten de boostervaccinatie gekregen. 80 procent van alle bewoners en cliënten is gevaccineerd.
Een collega van de ondersteunende dienst vertelt: “Sommige bewoners keken uit naar de vaccinaties. Anderen vonden het spannend. Zij werden goed begeleid. Na deze ervaringen heb ik extra veel bewondering voor hoe goed begeleiders de bewoners aanvoelen. Ze gaan met kennis, kunde en liefde met hen om.”
Het belang van hygiënisch werken is tijdens de coronaperiode extra duidelijk geworden. Daarom is er ingezet op het vergroten van kennis rondom dit thema. Zo zijn werkinstructies aangescherpt en is op elke locatie een aandachtsfunctionaris aangesteld.
Reflecties
Bewoners en cliënten in contact met de buitenwereld, dat vinden we soms spannend. We hoeven niet bang te zijn, maar mogen erop vertrouwen dat wij bewoners en cliënten de juiste ondersteuning en begeleiding geven. Zodat het contact met de buitenwereld goed verloopt.
De Vanboeijen Manier is niet altijd nieuw. Het is dan het woorden hebben voor iets dat je al deed.
Het gewone leven ervaren….. Waarom eten bewoners en cliënten dan van plastic borden? En waarom worden hun borden opgeschept door medewerkers en doen ze dat niet zelf?
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? De Vanboeijen Manier, Triple C, allemaal mooie termen, maar het draait om één ding en dat is de bewoner of cliënt.
Sturen op kwaliteit en veiligheid
Vanboeijen stuurt op kwaliteit van zorg. Hieronder staat beschreven hoe we dat doen en hoe we kwaliteit van zorg monitoren.
Pré-inspecties en audits
In 2021 zijn er vijf pre-inspecties gedaan, naar aanleiding van signalen dat het beter kan. Pré-inspecties zijn uitgebreide audits waarbij de normen van de IGJ leidend zijn. Bevindingen uit de inspectie zijn de basis voor een verbeterplan dat wordt opgesteld en uitgevoerd door de zorgmanager en gedragsdeskundige. Voortgang van het plan wordt gemonitord. We zagen op de locaties waarop een pré-inspectie werd uitgevoerd dat:
- bewoners en cliënten met respect worden behandeld.
- verwanten en vertegenwoordigers voldoende inspraak ervaren met betrekking tot afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.
- de uitvoering van de dialoogmethode ‘Dit vind ik ervan!’ achterblijft.
- het methodisch werken met het persoonlijk plan nog onvoldoende zichtbaar is.
- medewerkers bekend zijn met de Vanboeijen Manier, maar er nog handen en voeten aan moeten geven.
- medicatieveiligheid aandacht vraagt.
- wisseling in de ondersteunende driehoek (zorgmanager en gedragsdeskundige) geen goede invloed heeft op kwaliteit van zorg.
We willen meer het gesprek aangaan, verschillende perspectieven horen en van elkaar leren. Daarom zetten we in op waarderend auditen en audits met ervaringsdeskundigen. Dit zijn voor Vanboeijen nieuwe manieren van auditen. Afgelopen jaar zijn hiervoor de randvoorwaarden op orde gebracht: er is geworven en geschoold. In het eerste kwartaal 2022 vinden de eerste audits plaats.
Nieuwsgierig naar het werk van ervaringsdeskundigen? Lees er meer over in het volgende hoofdstuk.
Kwaliteitsindicatoren zorg
Vanboeijen monitort kwaliteit van zorg onder andere door het gebruik van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). Aan de hand van de volgende indicatoren volgen we of we op de goede weg zijn om onze doelen te halen:
- Cliëntervaringen (Dit vind ik ervan!)
- Actueel persoonlijk plan
- Wzd
- Scholing; bevoegde en bekwame medewerkers
- Meldingen incidenten
Vanaf begin 2022 is actuele informatie zichtbaar op een ‘dashboard’. Zo hebben zorgmanagers en gedragsdeskundigen dagelijks zicht op deze en andere indicatoren en kunnen ze waar nodig bijsturen.
Locatiescan
Er zijn in de laatste twee kwartalen van 2021 integrale scans gemaakt van de locaties. Hierbij is gebruik gemaakt van zowel harde indicatoren (zoals KPI’s en cijfers rondom verloop en verzuim) als zachte (zoals cultuur). We hebben door de scan goed zicht op waar het goed gaat en waar het beter kan. Hierdoor hebben we beter zicht op risico's. In 2022 zal per kwartaal een scan worden gemaakt, zodat op termijn ook een ontwikkeltrend zichtbaar kan worden.
Klachten
Er zijn in 2021 zes klachten binnengekomen. Deze gaan over kwaliteit van zorg, bijvoorbeeld over (persoonlijk) hygiëne of communicatie. De meeste klachten konden snel worden afgerond, een tweetal klachten is nog in behandeling.
Om de rol van de klachtenfunctionaris te versterken, is het aantal uitgebreid van één naar drie. Momenteel wordt de klachtenregeling voor cliënten herschreven, met als doel: zo laagdrempelig en eenvoudig mogelijk. De vernieuwde klachtenregeling is eind eerste kwartaal 2022 beschikbaar.
Naast de drie klachtenfunctionarissen kent Vanboeijen twee onafhankelijke cliëntvertrouwenspersonen. In een klachtenprocedure ondersteunt de cliëntvertrouwenspersoon de bewoner/cliënt of ouder/verwant. De klachtenfunctionaris is onpartijdig en werkt samen met de cliëntvertrouwenspersoon aan een bevredigende uitkomst.
Incidentonderzoeken
Er zijn vier incidentonderzoeken gedaan in 2021, waarbij incidenten zijn geanalyseerd tot de basisoorzaken. Deze onderzoeken zijn ingezet met het doel ervan te leren en verbetering door te voeren. Zo zijn we tot verbeteracties gekomen rond de inzet van uitzendkrachten. Er vindt nu periodieke evaluatie plaats in samenwerking met de uitzendbureaus en steekproefsgewijze diplomacheck bij uitzendkrachten. De incidentonderzoeken hebben niet geleid tot meldingen bij de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd).
Organisatiehandboek
Vanboeijen heeft het organisatiehandboek vernieuwd. Hierin staan de afspraken die we binnen Vanboeijen hebben gemaakt: zo werken wij. Een belangrijk instrument om de kwaliteit van zorg te borgen. Documenten zijn in het nieuwe organisatiehandboek beter zichtbaar, beter leesbaar en up-to-date.
Commissies kwaliteit en veiligheid
Binnen Vanboeijen zijn er vier commissies rondom kwaliteit en veiligheid. Vier commissies gelieerd aan wettelijke kaders:
- Wzd-commissie
- Arbocommissie
- Medicatiecommissie
- Hygiënecommissie.
De commissies vertalen landelijke standaarden en richtlijnen naar intern Vanboeijen beleid, signaleren knelpunten, ontwikkelen beleid en ondersteunen locaties daar waar nodig/vraag is. De voorzitters van de commissies komen eens per kwartaal samen in de integrale commissie kwaliteit en veiligheid. Zo zorgen we ervoor dat alles wat we doen in verbinding is met elkaar.
HKZ audit
In november heeft Vanboeijen de jaarlijkse externe HKZ-audit gehad, waarbij tevens voorzichtig is getoetst in hoeverre Vanboeijen voldoet aan de uitgangspunten van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Het auditteam is op bezoek geweest bij verschillende locaties. De basis staat, dat weten we. Al meerdere jaren zien de auditoren de Vanboeijen Manier terug. Tijdens de audits ontmoeten, zien en spreken ze bevlogen medewerkers: “Het is goud wat jullie hebben”. Enkele geconstateerde feiten:
- Het is onduidelijk hoe Vanboeijen analyseert of de inzet van vrijwilligers bijdraagt aan de visie "Goed leven - Mooi werk - Met elkaar".
- Er is geen eenduidig beleid rondom voedselhygiëne.
Er zijn geen kritische feiten geconstateerd. Het HKZ-certificaat wordt behouden.
Doorbraakteams
Vanboeijen heeft in 2021 vijf doorbraakteams met ieder een eigen thema aangewezen, zoals kwaliteit en veiligheid, de Vanboeijen Manier en krachtige teams. De vorm ‘doorbraakteam’, met één thema en afgebakende tijd, is gekozen om kleine, concrete verbeteringen te bedenken die snel zijn in te voeren. Een aantal doorbraakteams heeft op onderwerpen mooie resultaten behaald. Zo ligt er een mooi introductieprogramma voor nieuwe zorgmanagers klaar. Er zijn ook onderwerpen die een langere doorlooptijd vragen om écht resultaat te zien. Deze onderwerpen zijn belegd in bestaande overleggen.
Externe visitatie
Aan de hand van het kwaliteitsrapport 2020 hebben we samen met de De Twentse Zorgcentra en externe deskundigen gereflecteerd op kwaliteit van zorg, wat daar voor nodig is en het rapport zelf. Deze externe visitatie heeft waardevolle bespiegelingen opgeleverd. We zijn er trots op dat we op een aantal punten van toen zichtbaar hebben doorontwikkeld, zoals de ondersteuningsstructuur rondom de teams en werken vanuit de behoefte van de bewoner en cliënt.